1. De bepalingen van deze richtlijn doen geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten om, met inachtneming van het Gemeenschapsrecht, de eisen voor te schrijven die zij noodzakelijk achten ter bescherming van personen, en met name van werknemers, bij het gebruik van machines, voorzover deze eisen geen wijzigingen inhouden van deze machines ten opzichte van de bepalingen van deze richtlijn.
(1) Diese Richtlinie berührt nicht das Recht der Mitgliedstaaten, im Einklang mit dem Gemeinschaftsrecht Anforderungen festzulegen, die sie zum Schutz von Personen, insbesondere von Arbeitnehmern, bei der Verwendung der Maschinen für notwendig erachten, sofern das nicht zu Abweichungen dieser Maschinen von den Bestimmungen dieser Richtlinie führt.