Rekening houdend met de gegevens van de zaak voor het verwijzende rechtscollege en met de formulering van de prejudiciële vraag, beperkt het Hof zijn onderzoek tot de vraag of artikel 1057 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 23 van de Grondwet en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schendt, zonder evenwel uitspraak te doen over mogelijke vormvoorwaarden die in artikel 792 en artikel 1675/16 van het Gerechtelijk Wetboek vervat zijn.
Unter Berücksichtigung des Sachverhalts vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan und der Formulierung der präjudiziellen Frage begrenzt der Hof seine Prüfung auf die Frage, ob Artikel 1057 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 23 der Verfassung und mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstösst, ohne jedoch über mögliche Formbedingungen zu urteilen, die in Artikel 792 und Artikel 1675/16 des Gerichtsgesetzbuches enthalten sind.