Vertaling van "doet binnen vijf " (Nederlands → Duits) :

De kamer doet over die vordering bij hoogdringendheid uitspraak binnen vijf dagen.
Die Kammer urteilt im Dringlichkeitsverfahren innerhalb von fünf Tagen über diesen Antrag.

Binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening publiceert de Commissie een evaluatieverslag over de uitvoering van de verordening en doet zij dit toekomen aan het Europees Parlement en de Raad.
Die Kommission veröffentlicht innerhalb von fünf Jahren nach Inkrafttreten dieser Verordnung einen Evaluierungsbericht über die Anwendung der Verordnung und übermittelt ihn dem Europäischen Parlament und dem Rat.

Wanneer de ECB bezwaar aantekent, doet zij binnen vijf werkdagen schriftelijk opgave van haar redenen.
Erhebt die EZB Einwände, so begründet sie diese innerhalb von fünf Arbeitstagen schriftlich.

Wanneer een van deze autoriteiten bezwaar aantekent, doet zij binnen vijf werkdagen schriftelijk opgave van haar redenen.
Erhebt eine der betreffenden Behörden Einwände, so begründet sie diese innerhalb von fünf Arbeitstagen schriftlich.

Als de Commissie van oordeel is dat de corrigerende maatregelen niet volstaan om de situatie recht te zetten, stelt zij de betrokken lidstaten daar binnen vijf maanden na ontvangst van de maatregelen en overeenkomstig de in artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 549/2004 vastgestelde procedure van in kennis en doet zij suggesties voor corrigerende maatregelen.
Stellt die Kommission fest, dass diese Behebungsmaßnahmen nicht ausreichen, um Abhilfe zu schaffen, so unterrichtet sie binnen fünf Monaten nach Erhalt der Maßnahmen und gemäß dem Verfahren nach Artikel 5 Absatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 549/2004 die betreffenden Mitgliedstaaten davon und macht Vorschläge für Behebungsmaßnahmen.

Het scheidsgerecht doet binnen vijf maanden, te rekenen vanaf de datum waarop het volledig is samengesteld, einduitspraak, tenzij het scheidsgerecht het noodzakelijk acht deze termijn met maximaal vijf maanden te verlengen.
Das Schiedsgericht fällt seine endgültige Entscheidung innerhalb von fünf Monaten nach dem Zeitpunkt, zu dem es vollständig gebildet wurde; hält es jedoch eine Verlängerung dieser Frist für notwendig, so darf diese weitere fünf Monate nicht überschreiten.

35. neemt nota van de bemoedigende initiatieven van de lidstaten om de combinatie van werk en gezinsleven mogelijk te maken, maar is van oordeel dat er nog maar weinig vooruitgang is geboekt; steunt derhalve de oproep van de Commissie aan de lidstaten en de sociale partners om een gezinsvriendelijke werkomgeving te bevorderen; wijst met het oog hierop op de noodzaak voor de lidstaten om kwantitatieve streefdoelen vast te stellen voor de uitbreiding van de voorzieningen voor de opvang van kinderen en andere afhankelijke personen door specifieke nationale streefdoelen vast te stellen om binnen vijf jaar het gemiddelde niveau te bereiken van de drie lidstaten die op dit gebied het best presteren; teneinde een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden voor het gezin mogelijk te maken, moet er meer worden gestreefd naar gezinsvriendelijke werkomgevingen door ook op lokaal niveau aan te dringen op flexibele werktijden, op uitbreiding en reorganisatie, ook ten aanzien van de dienstregeling, van openbare en particuliere diensten, op ouderschapsverlofregelingen en reïntegratie op de arbeidsmarkt na een werkonderbreking; doet in dit verband een beroep op de lidstaten om ervoor te zorgen dat ouders - vrouwen en mannen - geen nadelen ondervinden als zij proberen werk en gezinsleven samen te laten gaan of wanneer zij hun recht op ouderschapsverlof uitoefenen;
35. nimmt die ermutigenden Initiativen der Mitgliedstaaten zur Vereinbarkeit von Arbeits- und Familienleben zur Kenntnis, hält die Fortschritte jedoch nach wie vor für begrenzt; unterstützt deshalb die Aufforderung der Kommission an die Mitgliedstaaten und die Sozialpartner, sich für die Schaffung familienfreundlicher Arbeitsbedingungen einzusetzen; weist in diesem Zusammenhang darauf hin, dass die Mitgliedstaaten quantitative Ziele für die Verbesserung der Betreuungsmöglichkeiten für Kinder und andere abhängige Personen festlegen und spezifische nationale Zielvorgaben definieren müssen, um innerhalb der nächsten fünf Jahre das Durchschnittsniveau von drei Mitgliedstaaten mit den besten Leistungen in diesem Sektor zu erreichen; um eine gerechte Aufteilung der familiären Verpflichtungen zu ermöglichen, muss mehr Gewicht auf eine familienfreundliche Arbeitsorganisation gelegt werden, indem - auch auf lokaler Ebene - man sich für flexible Arbeitszeitregelungen, für die Verstärkung und Neuorganisation- auch bei den Öffnungszeiten - der staatlichen und privaten Dienste, für Elternurlaub und die Wiedereingliederung in den Arbeitsmarkt nach einer Berufspause einsetzt; fordert die Mitgliedstaaten in diesem Zusammenhang auf, zu gewährleisten, dass Eltern - Frauen und Männer - nicht benachteiligt werden, wenn sie versuchen, Berufstätigkeit und Familienleben zu verbinden, oder wenn sie ihr Recht auf Elternurlaub in Anspruch nehmen;

34. neemt nota van de bemoedigende initiatieven van de lidstaten om de combinatie van werk en gezinsleven mogelijk te maken, maar is van oordeel dat er nog maar weinig vooruitgang is geboekt; steunt derhalve de oproep van de Commissie aan de lidstaten en de sociale partners om een gezinsvriendelijke werkomgeving te bevorderen; wijst met het oog hierop op de noodzaak voor de lidstaten om kwantitatieve streefdoelen vast te stellen voor de uitbreiding van de voorzieningen voor de opvang van kinderen en andere afhankelijke personen door specifieke nationale streefdoelen vast te stellen om binnen vijf jaar het gemiddelde niveau te bereiken van de drie lidstaten die op dit gebied het best presteren; teneinde een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden voor het gezin mogelijk te maken, moet er meer worden gestreefd naar gezinsvriendelijke werkomgevingen door ook op lokaal niveau aan te dringen op flexibele werktijden, op uitbreiding en reorganisatie, ook ten aanzien van de dienstregeling, van openbare en particuliere diensten, op ouderschapsverlofregelingen en reïntegratie op de arbeidsmarkt na een werkonderbreking; doet in dit verband een beroep op de lidstaten om ervoor te zorgen dat ouders - vrouwen en mannen - geen nadelen ondervinden als zij proberen werk en gezinsleven samen te laten gaan of wanneer zij hun recht op ouderschapsverlof uitoefenen;
34. nimmt die ermutigenden Initiativen der Mitgliedstaaten zur Vereinbarkeit von Arbeits- und Familienleben zur Kenntnis, hält die Fortschritte jedoch nach wie vor für begrenzt; unterstützt deshalb die Aufforderung der Kommission an die Mitgliedstaaten und die Sozialpartner, sich für die Schaffung familienfreundlicher Arbeitsbedingungen einzusetzen; weist in diesem Zusammenhang darauf hin, dass die Mitgliedstaaten quantitative Ziele für die Verbesserung der Betreuungsmöglichkeiten für Kinder und andere abhängige Personen festlegen und spezifische nationale Zielvorgaben definieren müssen, um innerhalb der nächsten fünf Jahre das Durchschnittsniveau von drei Mitgliedstaaten mit den besten Leistungen in diesem Sektor zu erreichen; um eine gerechte Aufteilung der familiären Verpflichtungen zu ermöglichen, muss mehr Gewicht auf eine familienfreundliche Arbeitsorganisation gelegt werden, indem – auch auf lokaler Ebene – man sich für flexible Arbeitszeitregelungen, für die Verstärkung und Neuorganisation– auch bei den Öffnungszeiten – der staatlichen und privaten Dienste, für Elternurlaub und die Wiedereingliederung in den Arbeitsmarkt nach einer Berufspause einsetzt; fordert die Mitgliedstaaten in diesem Zusammenhang auf, zu gewährleisten, dass Eltern – Frauen und Männer – nicht benachteiligt werden, wenn sie versuchen, Berufstätigkeit und Familienleben zu verbinden, oder wenn sie ihr Recht auf Elternurlaub in Anspruch nehmen;

(2) In artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 880/92 is bepaald dat de Commissie binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van die verordening het systeem in het licht van de daarmee opgedane ervaring beoordeelt en indien nodig voorstellen doet tot wijziging van die verordening.
(2) Artikel 18 der Verordnung (EWG) Nr. 880/92 sieht vor, dass die Kommission das Vergabesystem spätestens fünf Jahre nach Inkrafttreten der Verordnung anhand der gewonnenen Erfahrungen überprüft und gegebenenfalls geeignete Änderungen der Verordnung vorschlägt.