2° de rechthebbende die samenwoont met één of meer kinderen waarvoor hij recht doet ontstaan op kinderbijslag alsmede met zijn echtgenoot of een persoon van het andere geslacht waarmede hij een huishouden vormt;
2. der Anspruchsberechtigte, der mit einem oder mehreren Kindern, für die er das Recht auf Familienzulagen begründet, sowie mit seinem Ehepartner oder einer Person des anderen Geschlechts, mit der er einen Haushalt bildet, zusammenwohnt;