6. is van oordeel dat de ontwikkelde landen voort moeten gaan met het creëren van gunstiger handelsvoorwaarden voor de ontwikkelingslanden en de minst ontwikkelde landen, ongeacht het definitieve resultaat van de onderhandelingsronde; benadrukt tegelijkertijd dat de "enkele toezegging" deel uitmaakt van de fijne balans die er te Doha was bereikt tussen de belangen van het Noorden en het Zuiden;
6. ist der Auffassung, dass die Industrieländer weiter günstigere Handelsbedingungen für die Entwicklungsländer und die am wenigsten entwickelten Länder schaffen sollten, unabhängig davon, welche Ergebnisse letztlich in der Runde erzielt werden; betont gleichzeitig, dass das Gesamtpaket Teil eines sensiblen Gleichgewichts zwischen den Interessen des Nordens und denen des Südens ist, das in Doha erzielt wurde;