De omzet die als maatstaf dient om in aanmerking te komen voor de belastingvrijstel
ling, wordt gevormd door het bedrag, exclusief belasting over de toegevoegde waarde, van : 1° de belaste leveringen van goederen
en diensten; 2° de handelingen vrijgesteld krachtens de artikelen 39 tot 42; 3° de handelingen met betrekking tot onroerende goederen bedoeld in artikel 44, § 3, 1° en 2°, de financiële handelingen bedoeld in artikel 44, § 3, 5° tot 11°, en de handelingen van verzekering en herverzekering bedoeld in artikel 44, § 3, 4°, tenzij
die handel ...[+++]ingen met andere handelingen samenhangende handelingen zijn.