Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «door de onderzoeksrechter in verdenking werd gesteld » (Néerlandais → Allemand) :

In het licht van het door de wetgever nagestreefde doel om misbruiken te voorkomen, is het niet redelijk verantwoord dat de strafvordering ten aanzien van die categorieën van rechtspersonen enkel kan worden voortgezet indien wordt aangetoond dat de invereffeningstelling of de ontbinding tot doel had aan de vervolging te ontsnappen, terwijl dat bewijs niet is vereist voor de voortzetting van de strafvordering ten aanzien van de rechtspersonen die vóór hun invereffeningstelling of hun ontbinding door een ...[+++]

Im Lichte des Ziels des Gesetzgebers, Missbräuche zu bekämpfen, ist es nicht vernünftig gerechtfertigt, dass die Strafverfolgung in Bezug auf diese Kategorien von juristischen Personen nur dann weitergeführt werden kann, wenn nachgewiesen ist, dass die Liquidation oder die Auflösung bezweckte, der Verfolgung zu entgehen, während dieser Beweis nicht erforderlich ist für die Weiterführung der Strafverfolgung in Bezug auf die juristischen Personen, die vor ihrer Liquidation oder ihrer Auflösung durch einen Untersuchungsrichter beschuldigt worden ...[+++]


De in het geding zijnde bepaling voorziet in twee onderscheiden uitzonderingen op het principiële verval van de strafvordering bij invereffeningstelling, gerechtelijke ontbinding of ontbinding zonder vereffening : enerzijds, wanneer de invereffeningstelling of de ontbinding tot doel had te ontsnappen aan de vervolging en, anderzijds, wanneer de rechtspersoon vóór het verlies van de rechtspersoonlijkheid door de onderzoeksrechter in verdenking is gesteld overeenkomstig artikel 61bis van het Wetboek van strafvordering.

In der fraglichen Bestimmung sind zwei verschiedene Ausnahmen zum grundsätzlichen Erlöschen der Strafverfolgung bei Liquidation, gerichtlicher Auflösung oder Auflösung ohne Liquidation vorgesehen: einerseits, wenn die Liquidation oder die Auflösung als Ziel hatte, der Verfolgung zu entgehen, und andererseits, wenn die juristische Person vor dem Verlust der Rechtspersönlichkeit vom Untersuchungsrichter gemäß Artikel 61bis des Strafp ...[+++]


II. Schendt artikel 20, tweede lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te bepalen dat de strafvordering toch nog verder kan worden uitgeoefend tegenover een rechtspersoon die zijn rechtspersoonlijkheid heeft verloren op één van de wijzen bepaald in artikel 20, eerste lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering, én dit zonder dat bewijs moet worden geleverd dat dit verlies van de rechtspersoonlijkheid tot doel heeft om te ontsnappen aan de vervolg ...[+++]

II. Verstößt Artikel 20 Absatz 2 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass die Strafverfolgung weiterhin ausgeübt werden kann gegen eine juristische Person, die die Rechtspersönlichkeit verloren hat auf eine der in Artikel 20 Absatz 1 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches bestimmten Weisen, und zwar ohne dass der Beweis dafür erbracht werden muss, dass dieser Verlust der Rechtspersönlichkeit als Ziel hatte, der Verfolgung zu entgehen, wenn dieser Verlust der Rec ...[+++]


Het verwijzende rechtscollege wenst van het Hof te vernemen of het tweede lid van de voormelde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling instelt, wat het verval van de strafvordering betreft, tussen verschillende categorieën van rechtspersonen die hun rechtspersoonlijkheid hebben verloren op één van de wijzen vermeld in het eerste lid van dezelfde bepaling : enerzijds, diegene die vóór het verlies van hun rechtspersoonlijkheid in verdenking zijn gesteld door een onderzoeksrecht ...[+++]

Das vorlegende Rechtsprechungsorgan möchte vom Gerichtshof erfahren, ob Absatz 2 der vorerwähnten Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern dadurch ein Behandlungsunterschied hinsichtlich des Erlöschens der Strafverfolgung zwischen verschiedenen Kategorien von juristischen Personen, die ihre Rechtspersönlichkeit auf eine der in Absatz 1 derselben Bestimmung angeführten Weisen verloren hätten, eingeführt werde: einerseits diejenigen, die vor dem Verlust ihrer Rechtspersönlichkeit du ...[+++]


De Ministerraad voert aan dat de in het geding zijnde bepaling geen onderscheid doet ontstaan tussen, enerzijds, de rechtspersonen die vóór het verlies van hun rechtspersoonlijkheid in verdenking zijn gesteld door een onderzoeksrechter en, anderzijds, de rechtspersonen die vóór het verlies van hun rechtspersoonlijkheid door de raadkamer zijn verwezen naar de correctionele rechtbank, dan wel rechtstreeks voor de strafrechter ten gronde zijn gedagvaard.

Der Ministerrat führt an, dass durch die fragliche Bestimmung kein Unterschied entstehe zwischen einerseits den juristischen Personen, die vor dem Verlust ihrer Rechtspersönlichkeit durch einen Untersuchungsrichter beschuldigt worden seien, und andererseits den juristischen Personen, die vor dem Verlust ihrer Rechtspersönlichkeit durch die Ratskammer an das Korrektionalgericht verwiesen worden seien, beziehungsweise direkt vor den zur Sache entscheidenden Strafrichter geladen worden seien.


Bijgevolg is de in het geding zijnde bepaling niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij het in de prejudiciële vraag bedoelde verschil in behandeling doet ontstaan, wat het verval van de strafvordering betreft, tussen, enerzijds, de rechtspersonen die vóór hun invereffeningstelling of hun ontbinding in verdenking zijn gesteld door een onderzoeksrechter en, anderzijds, de rechtspersonen die vóór hun invereffeningstelling of hun ontbinding door de raadkamer zijn verwezen naar de corr ...[+++]

Folglich ist die fragliche Bestimmung nicht vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie den in der Vorabentscheidungsfrage angeführten Behandlungsunterschied entstehen lässt, was das Erlöschen der Strafverfolgung betrifft, zwischen einerseits den juristischen Personen, die vor ihrer Liquidation oder ihrer Auflösung durch einen Untersuchungsrichter beschuldigt worden sind, und andererseits den juristischen Personen, die vor ihrer Liquidation oder ihrer Auflösung durch die Ratskammer an das Korrektionalgericht verw ...[+++]


Daarnaast houdt de kredietgever voor elk jaar waarin hij het voordeel van het belastingskrediet eist, de volgende stukken ter beschikking van de Federale Overheidsdienst Financiën : 1° de aanvraag tot registratie en de bijlagen bedoeld in artikel 2, § 3, alsook de kennisgeving bedoeld in artikel 3, § 2; 2° het uittreksel van de bankrekening waarbij de jaarlijkse betaling van de rente van de lening, door de kredietnemer aan de kredietgever, wordt bewezen; 3° een attest op erewoord, jaarlijks uitgegeven door de kredietnemer, opgesteld overeenko ...[+++]

Außerdem hält der Darlehensgeber die folgenden Unterlagen zur Verfügung des Föderalen Öffentlichen Dienstes Finanzen für jedes Jahr, im Laufe dessen er den Anspruch auf die Steuergutschrift geltend macht: 1° der Registrierungsantrag und die Anhänge im Sinne von Artikel 2 § 3, sowie die in Artikel 3 § 2 erwähnte Mitteilung; 2° der Bankauszug zur Bescheinigung, dass der Darlehensnehmer dem Darlehensgeber die Zinsen des Darlehens jährlich bezahlt; 3° eine Ehrenworterklärung, die gemäß dem in Anhang IV angegebenen Muster jährlich vom Darlehensnehmer ...[+++]


Het bestreden artikel 7 bepaalt : « In artikel 81 van de programmawet van 28 juni 2013 wordt de bepaling onder a), gedeeltelijk vernietigd door het arrest nr. 158/2014 van 30 oktober 2014 van het Grondwettelijk Hof, vervangen als volgt : ' a) een rustpensioen toegekend aan een persoon die vóór de leeftijd van 65 jaar ambtshalve op rust werd gesteld wegens leeftijdsgrens; ' ».

Der angefochtene Artikel 7 bestimmt: « In Artikel 81 des Programmgesetzes vom 28. Juni 2013 wird Buchstabe a), teilweise für nichtig erklärt durch Entscheid Nr. 158/2014 des Verfassungsgerichtshofes vom 30. Oktober 2014, wie folgt ersetzt: ' a) Ruhestandspensionen, die Personen gewährt werden, die aufgrund des Erreichens der Altersgrenze vor ihrem 65.


Nadat de bestaanbaarheid van de regeling van de « verruimde » minnelijke schikking met de Grondwet en met name met het beginsel van de onafhankelijkheid van de rechter en het beginsel van de scheiding der machten reeds tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 14 april 2011 (Parl. St., Senaat, 2010-2011, nr. 5-869/4, pp. 30 en 33-35) ter discussie werd gesteld, is artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering opnieuw gewijzigd bij de wet van 11 juli 2011 door de toevoeging, in paragraaf 2, tiende lid, van dat artikel, van een voorwaarde volgens welke de bevoegde rechter op vordering van de procureur des Konings het verval van de strafvordering vaststelt « na te hebben nagegaan of voldaan is aan de formele toepassingsvoorwaar ...[+++]

Nachdem die Vereinbarkeit der Regelung des « erweiterten » Vergleichs mit der Verfassung und insbesondere mit dem Grundsatz der Unabhängigkeit des Richters und dem Grundsatz der Gewaltentrennung bereits während der Vorarbeiten zum Gesetz vom 14. April 2011 (Parl. Dok., Senat, 2010-2011, Nr. 5-869/4, SS. 30 und 33/35) in Frage gestellt worden war, wurde Artikel 216bis des Strafprozessgesetzbuches durch das Gesetz vom 11. Juli 2011 erneut abgeändert, indem in Paragraph 2 Absatz 10 dieses Artikels eine Bedingung hinzugefügt wurde, wonach der zuständige Richter auf Antrag des Prokurators des Königs das Erlöschen der Strafverfolgung feststellt, « nachdem er überprüft hat, ob die in § 1 Absatz 1 erwähnten formellen Anwendungsbedingungen erfüllt ...[+++]


Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 4 februari 2015 in zake Marianne Paelinck tegen de Dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 februari 2015, heeft het Arbeidshof te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 22sexies van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, de artikelen 10 en 11 van d ...[+++]

Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten E. De Groot und J. Spreutels, und den Richtern A. Alen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 4. Februar 2015 in Sachen Marianne Paelinck gegen das Amt für die Sonderregelungen der sozialen Sicherheit, dessen Ausfertigung am 12. Februar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Arbeitsgerichtshof Antwerpen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 22sexies des Gesetzes vom 17. Juli 1963 über die überseeische ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'door de onderzoeksrechter in verdenking werd gesteld' ->

Date index: 2024-07-05
w