He
t nadeel aangevoerd door de eerste verzoekende pa
rtij - een naamloze vennootschap - zou bestaan in een aanzienlijk verlies van haar omzetcijfer en, op zeer korte termijn, in haar invereffeningstelling wegens het monopolie dat de wet zou toekennen aan de renverenigingen om de onderlinge weddenschappen in te richten op
de paardenwedrennen gelopen in het buitenland en, vervolgens, om die in de krantenwinkels te commercialiseren, het
...[+++]geen zou leiden tot een oneerlijke concurrentie in haar nadeel.
Der vorgebliche Nachteil der ersten klagenden Partei - die eine Aktiengesellschaft ist - soll in einem erheblichen Umsatzverlust und sehr kurzfristig in ihrer Liquidation bestehen, und zwar wegen des Monopols, das durch das Gesetz den Rennvereinigungen zur Organisation von gegenseitigen Wetten auf die im Ausland ausgetragenen Pferderennen verliehen werde, und sodann zu deren Vermarktung in Zeitungsläden, was einen unlauteren Wettbewerb zu ihrem Nachteil zur Folge habe.