78. wijst erop dat het, in het kader van het huidige debat over de toekomst va
n de Europese Unie, zeer opportuun is dat het institutioneel debat het Europees institutioneel model versterk
t en verheldert en, vooral, dat de instellingen in het algemeen en de Commissie in het bijzonder in hun optreden duidelijk laten zien dat ze bekommerd zijn om de democratie en de zorgen van de burgers; verheugt
zich erover dat de bezinningsperiode de Europese instell ...[+++]ingen de gelegenheid biedt om regels op te stellen met het oog op de ruimere bezorgdheden van de burgers en deze in hun beleid te verwerken;
78. weist darauf hin, dass die derzeitige Debatte über die Zukunft der Union auf die Stärkung und Klärung des europäischen institutionellen Modells abzielen sollte, dass aber vor allem am Auftreten der Institutionen, allen voran der Kommission, erkennbar werden muss, dass sie sich umfassend für die Anliegen der Demokratie und die Belange der Bürgerinnen und Bürger einsetzt; begrüßt die Tatsache, dass die Reflexionsphase den europäischen Institutionen Gelegenheit bietet, die Gesetzgebung zu erlassen, die den Anliegen der Bürgerinnen und Bürger umfassend gerecht wird und diese in ihre Politiken einfließen zu lassen;