Uit de uiteenzetting van het enig middel dat door de verzoekende partijen is aangevoerd, volgt dat zij de door hen aangevochten bepalingen van het decreet van 30 juni 1998, en niet het voormelde decreet van 5 augustus 1995, verwijten dat zij de titel van « licentiaat » in het leven roepen en verlenen aan de gediplomeerden van hogescholen nadat zij een lange cyclus van vier jaar hebben gevolgd, en de titel van « kandidaat » aan de gediplomeerden op het einde van een cyclus van twee jaar studie in dezelfde instellingen.
Aus der Darlegung des einzigen von den klagenden Parteien vorgebrachten Klagegrunds geht hervor, dass sie den von ihnen angefochtenen Bestimmungen des Dekrets vom 30. Juni 1998 und nicht dem vorgenannten Dekret vom 5. August 1995 zum Vorwurf machen, dass sie den Titel eines « Lizentiaten » ins Leben rufen und ihn den Hochschuldiplomierten verleihen, nachdem sie einen langen, vierjährigen Zyklus absolviert haben, und den Titel eines « Kandidaten » den Diplomierten am Ende eines zweijährigen Zyklus in den selben Lehranstalten.