In het arrest nr. 35/2002 van 13 februari 2002 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 7, § 1, van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de provinciën, dat artikel 106, § 1, van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1991, vormt, - het in het geding zijnde arti
kel 114, § 1, is in analoge bewoordingen gesteld - de artikelen 10 en 11 van
de Grondwet schendt doordat het niet van toepassing is op de verjaring van s
...[+++]chuldvorderingen tot terugbetaling van wedden die door de gemeenten ten onrechte werden betaald :Im Urteil Nr. 35/2002 vom 13. Februar 2002 hat der Hof erkannt, dass Artikel 7 § 1 des Gesetzes vom 6. Februar 1970 über die Verjährung der Schuldforderungen zu Lasten oder zugunsten des Staates oder der Provinzen, der Artikel 106 § 1 der durch den königlichen Erlass vom 17. Juli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung bildet, - der fragliche Artikel 114 § 1 ist auf ähnliche Weise formuliert - gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, indem er nicht auf die Verjährung von Schuldforderungen zur Rückzahlung der durch die Gemeinden zu Unrecht gezahlten Gehälter anwendbar ist: