Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 30 januari 2014 in zake de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers tegen Philippe Fraselle, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 februari 2014, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 41 van de op 19 december 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, in de interpretatie volgens welke het de toekenning van de bijslagen voor eenoudergezinnen
...[+++]aan een bijslagtrekkende die gehuwd is maar feitelijk gescheiden is van zijn echtgenoot wegens omstandigheden onafhankelijk van zijn wil, om reden dat hij nooit met zijn echtgenoot heeft samengewoond, zou uitsluiten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het, - enerzijds, het kind dat recht heeft op verhoogde kinderbijslag voor eenoudergezinnen doordat zijn bijslagtrekkende ouder geen feitelijk gezin heeft noch gehuwd is of gehuwd maar feitelijk gescheiden is, en, - anderzijds, het kind dat alleen recht heeft op kinderbijslag tegen het gewone tarief doordat zijn bijslagtrekkende ouder gehuwd is, ook al bevindt die laatste zich in de onmogelijkheid een gezin te vormen met zijn echtgenoot om redenen die onafhankelijk zijn van de wil van het paar (in casu het mislukken van de administratieve stappen om een visum te verkrijgen), verschillend behandelt, terwijl in beide gevallen maar één persoon, de bijslagtrekkende, die over lagere inkomsten beschikt dan het bij artikel 41 vastgestelde maximumbedrag, zorgt voor de opvoeding van het kind zonder de verschillende lasten in verband met die opvoeding te kunnen delen met een persoon met wie hij samenwoont ?Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folge
nden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 30. Januar 2014 in Sachen des Landesamtes für Familienbeihilfen zugunsten von Lohnempfängern gegen Philippe Fraselle, dessen Ausfertigung am 5. Februar 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Arbeitsgerichtshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 41 der am 19. Dezember 1939 koordin
...[+++]ierten Gesetze über die Familienbeihilfen für Lohnempfänger, dahingehend ausgelegt, dass er die Gewährung der Zuschläge für Ein-Elternteil-Familien zugunsten eines verheirateten Zulagenempfängers, der aber tatsächlich von seinem Ehepartner getrennt ist, und zwar wegen Umständen, die unabhängig von seinem Willen sind, weil er nie mit seinem Ehepartner zusammengewohnt hat, ausschließt, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er - einerseits das Kind, das erhöhte Familienbeilhilfen für Ein-Elternteil-Familien beanspruchen kann, weil sein zulagenempfangender Elternteil weder eine Bedarfsgemeinschaft bildet, noch verheiratet ist, oder verheiratet aber tatsächlich getrennt ist, - andererseits das Kind, das nur Familienbeilhilfen zum gewöhnlichen Satz beanspruchen kann, weil sein zulagenempfangender Elternteil verheiratet ist, sich aber in der Unmöglichkeit befindet, mit seinem Ehegatten einen Haushalt zu bilden aus Gründen, die unabhängig vom Willen des Ehepaares sind (im vorliegenden Fall das Scheitern der Verwaltungsschritte zur Erlangung eines Visums), unterschiedlich behandelt, während in den beiden Fällen nur eine einzige Person - der Zulagenempfänger -, die über Existenzmittel unterhalb der in Artikel 41 festgelegten Höchstgrenze verfügt, für die Erziehung des Kindes Sorge trägt, ohne die verschiedenen mit dieser Erziehung ...