De lidstaat die de doorgeleiding uitvoert (hierna: "de verzoekende lidstaat") dient tijdens de voorbereiding van de doorgeleiding, gedurende de uitvoering en na afloop ervan, de nodige contacten te leggen en te onderhouden met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat over wiens grondgebied de geplande doorgeleiding moet plaatsvinden (hierna: de "aangezochte lidstaat").
Der Mitgliedstaat, der die Durchbeförderung durchführt (im Folgenden "der ersuchende Mitgliedstaat"), knüpft bzw. unterhält während der Vorbereitung der Durchbeförderung, bei ihrer Durchführung und nach ihrem Abschluss geeignete Kontakte zu den zuständigen Behörden des Mitgliedstaats, durch dessen Hoheitsgebiet die Durchbeförderung erfolgen soll (im Folgenden "der ersuchte Mitgliedstaat").