Door in artikel 30, § 2, van het decreet van 22 december 1995 te bepalen dat er sprake is van leegstand van een woning wanneer ze gedurende ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet effectief wordt gebruikt in overeenstemming met de woonfunctie, heeft de decreetgever een maatregel genomen die pertinent is ten aanzien van het doel van de bestrijding van de leegstand.
Indem der Dekretgeber in Artikel 30 § 2 des Dekrets vom 22. Dezember 1995 festgelegt hat, dass von einer leerstehenden Wohnung die Rede ist, wenn sie während mindestens zwölf aufeinanderfolgender Monate nicht tatsächlich gemäss der Wohnfunktion benutzt wird, hat er eine Massnahme ergriffen, die sachdienlich ist im Hinblick auf das Ziel der Bekämpfung des Leerstehens.