32. onderstreept dat een bindende energie-efficiëntiedoelstelling de meest kostenefficiënte manier is om Europa minder afhankelijk te maken van energie en tegelijkertijd de stijging van de energierekeningen voor de industrie en huishoudens te beperken; herinnert eraan dat het Parlement zich in zijn resoluties van 5 februari 2014 en 2
6 november 2014 aan drie bindende streefdoele
n heeft verbonden, te weten een streefdoel voor energie-efficiëntie van 40 %, een streefdoel voor hernieuwbare energie van ten minste 30 % en een streefdoel voor broeikasgassen van
...[+++] ten minste 40 %; betreurt in dit verband dat de Europese Raad tijdens de Top van oktober 2014 een gebrek aan ambitie op het gebied van energie-efficiëntie heeft getoond, door een niet-bindend streefcijfer van slechts 27 % zonder afzonderlijke streefcijfers voor de lidstaten vast te leggen; 32. betont, dass eine verbindliche Zielvorgabe für Energieeffizienz das kostengünstigste Mittel wäre, die energiewirtschaftliche Abhä
ngigkeit Europas zu verringern, und gleichzeitig die Wirtschaft und die Haushalte vor wachsenden Energiekosten zu bewahren; erinnert daran, dass es in seinen Entschließungen vom 5. Februar 2014 und vom
26. November 2014 drei verbindliche Ziele festgelegt hat, und zwar das Ziel, die Energieeffizienz um 40 % zu steigern, das Ziel eines Anteils der erneuerbaren
Energiequellen von ...[+++]mindestens 30 % und das Ziel, die Treibhausgasemissionen um mindestens 40 % zu senken; bedauert, dass der Europäische Rat auf seiner Tagung im Oktober 2014 zu wenig Ambition in Sachen Energieeffizienz aufgebracht hat, als er ein unverbindliches Ziel von nur 27 % ohne individuelle Zielvorgaben für die Mitgliedstaaten setzte;