Traduction de «drie niet-uitvoerende bestuursleden » (Néerlandais → Allemand) :

(24) In een raad van slechts drie niet-uitvoerende bestuursleden is het rekenkundig gezien niet mogelijk boven een aandeel van exact 40% uit te komen voor beide geslachten.
(24) Besteht ein Aufsichtsrat nur aus drei Mitgliedern, so ist es mathematisch unmöglich, für beide Geschlechter einen Anteil von über 40 Prozent zu erreichen.

Dit betekent bijvoorbeeld dat in een raad van drie of vier niet-uitvoerende bestuursleden ten minste één lid van het ondervertegenwoordigde geslacht dient te zijn, dat dit er in een raad van vijf of zes niet-uitvoerende bestuursleden ten minste twee dienen te zijn, en in een raad van zeven of acht niet-uitvoerende bestuursleden ten minste drie .
In einem Leitungsorgan, das sich aus drei oder vier nicht geschäftsführenden Direktoren/Aufsichtsratsmitgliedern zusammensetzt, sollte das unterrepräsentierte Geschlecht also mindestens ein Mitglied stellen, in einem Leitungsorgan mit fünf oder sechs nicht geschäftsführenden Direktoren/Aufsichtsratsmitgliedern mindestens zwei Mitglieder und in einem Leitungsorgan mit sieben oder acht nicht geschäftsführenden Direktoren/Aufsichtsratsmitgliedern mindestens drei Mitglieder .

Dit betekent bijvoorbeeld dat in een raad van drie of vier niet-uitvoerende bestuursleden ten minste één lid van het ondervertegenwoordigde geslacht dient te zijn, dat dit er in een raad van vijf of zes niet-uitvoerende bestuursleden ten minste twee dienen te zijn, en in een raad van zeven of acht niet-uitvoerende bestuursleden ten minste drie.
In einem Leitungsorgan, das sich aus drei oder vier nicht geschäftsführenden Direktoren/Aufsichtsratsmitgliedern zusammensetzt, sollte das unterrepräsentierte Geschlecht also mindestens ein Mitglied stellen, in einem Leitungsorgan mit fünf oder sechs nicht geschäftsführenden Direktoren/Aufsichtsratsmitgliedern mindestens zwei Mitglieder und in einem Leitungsorgan mit sieben oder acht nicht geschäftsführenden Direktoren/Aufsichtsratsmitgliedern mindestens drei Mitglieder.

Voorts bevat het voorstel als bijkomende maatregel een bepaling over zogeheten "flexi-quota" voor uitvoerende bestuursleden (artikel 5, lid 1), dat wil zeggen dat beursgenoteerde ondernemingen individuele verbintenissen dienen aan te gaan met betrekking tot een evenwichtige man-vrouwverhouding bij uitvoerende bestuursleden, en dat zij deze verbintenissen en de doelstelling van 40% voor niet-uitvoerende bestuursleden binnen dezelfde termijn nagekomen respectievelijk gerealiseerd moeten hebben.
Als zusätzliche Maßnahme umfasst der Vorschlag auch eine Bestimmung über eine sogenannte „Flexi-Quote“ für Direktoren/Vorstandsmitglieder (Artikel 5 Absatz 1), d.h. die börsennotierten Gesellschaften müssen Eigenverpflichtungen hinsichtlich einer ausgewogenen Vertretung beider Geschlechter unter den geschäftsführenden Direktoren/Vorstandsmitgliedern eingehen, die bis zum selben Datum wie das Ziel von 40 % bei nicht geschäftsführenden Direktoren/Aufsichtsratsmitgliedern umgesetzt werden müssen.

Met zekerheid kan echter worden gesteld dat de onder de voorgestelde richtlijn vallende bestuursleden in ruil voor een vergoeding taken verrichten voor een onderneming (toezichthoudende taken in het geval van niet-uitvoerende bestuursleden en leidinggevende taken in het geval van uitvoerende bestuursleden).
Man kann jedoch mit Sicherheit davon ausgehen, dass die unter die vorgeschlagene Richtlinie fallenden Mitglieder von Leitungsorganen entgeltlich Aufgaben für eine Gesellschaft wahrnehmen (Aufsichtsfunktionen im Fall von nicht geschäftsführenden Mitgliedern von Leitungsorganen und Managementfunktionen im Fall von geschäftsführenden Mitgliedern von Leitungsorganen).

Figuur 2: Vrouwen en mannen in de raden van bestuur van de grootste beursgenoteerde ondernemingen, uitvoerende en niet-uitvoerende bestuursleden, januari 2012
Abbildung 2: Frauen in den Leitungsorganen der größten börsennotierten Unternehmen: geschäftsführende Direktoren/Vorstandsmitglieder und nicht geschäftsführende Direktoren/Aufsichtsratsmitglieder (Januar 2012)

De richtlijn formuleert als doelstelling dat van de niet-uitvoerende bestuursleden van beursgenoteerde ondernemingen 40% van het ondervertegenwoordigde geslacht moet zijn.
Der Richtlinienvorschlag enthält eine Zielvorgabe, wonach das unterrepräsentierte Geschlecht 40 % der Aufsichtsratsmitglieder bzw. der nicht geschäftsführenden Direktoren in börsennotierten Unternehmen stellen soll.

(33) Naast de maatregelen met betrekking tot niet-uitvoerende bestuursleden, dienen beursgenoteerde ondernemingen, mede ter verbetering van een evenwichtige man-vrouwverhouding bij bestuursleden die betrokken zijn bij het dagelijks bestuur van de onderneming, te worden verplicht om individuele verbintenissen aan te gaan met betrekking tot de man-vrouwverhouding bij uitvoerende bestuursleden en deze verbintenissen uiterlijk 1 januari 2020 te zijn nagekomen.
(33) Zusätzlich zu den Maßnahmen für nicht geschäftsführende Direktoren/ Aufsichtsratsmitglieder sollten die börsennotierten Gesellschaften im Hinblick auf ein ausgewogeneres Geschlechterverhältnis auch unter den geschäftsführenden Direktoren/Vorstandsmitgliedern entsprechende Eigenverpflichtungen auf Unternehmensebene eingehen müssen, die spätestens zum 1. Januar 2020 zu erfüllen sind.

De definitie van “bestuurslid” verduidelijkt dat de doelstellingen van de richtlijn zich uitstrekken tot alle niet-uitvoerende bestuursleden, met inbegrip van de vertegenwoordigers van de werknemers in die lidstaten waar volgens nationale wetgeving of gebruiken een bepaald deel van de niet-uitvoerende bestuursleden kan of moet worden benoemd of gekozen door het personeel van de onderneming en/of werknemersorganisaties. De praktische procedures ter verwezenlijking van de doelstellingen van deze richtlijn dienen door de betrokken lidstaten te worden vastgesteld (zie overweging 21).
Die Definition des Begriffs „Direktor“ verdeutlicht, dass die Richtlinie für nicht geschäftsführende Direktoren bzw. Aufsichtsratsmitglieder gelten soll. In den Mitgliedstaaten, in denen nach innerstaatlichem Recht oder innerstaatlicher Praxis ein bestimmter Anteil der Direktoren bzw. Aufsichtsratsmitglieder von der Belegschaft des Unternehmens und/oder von Arbeitnehmerorganisationen benannt oder gewählt werden können oder müssen, gilt dies auch für Arbeitnehmervertreter. Wie die Einhaltung der Ziele der Richtlinie im Einzelnen in der Praxis zu gewährleisten ist, sollte dabei durch die betreffenden Mitgliedstaaten festgelegt werden (siehe Erwägungsgrund 21).