2. De geconcentreerde druivenmost waarvoor steun wordt aangevraagd, moet van gezonde handelskwaliteit zijn en geschikt om voor de in artikel 35, lid 1, onder b) en c), van Verordening (EG) nr. 1493/1999 genoemde doeleinden te worden gebruikt.
(2) Der konzentrierte Traubenmost, für den die Beihilfe beantragt wird, muß von gesunder, handelsüblicher Qualität und für die Verwendung zu den in Artikel 35 Absatz 1 Buchstabe b) oder c) der Verordnung (EG) Nr. 1493/1999 genannten Zwecken geeignet sein.