In het Verdrag wordt namelijk een dubbel onderscheid gemaakt tussen enerzijds rechtsinstrumenten die verbindend zijn (richtlijnen en verordeningen) en de adviezen en aanbevelingen die "niet binden", en anderzijds tussen de richtlijnen die de te bereiken doelstellingen vaststellen maar de lidstaten vrijlaten in de keuze via welke wettelijke en bestuursrechtelijke weg zij deze ten uitvoer brengen, en verordeningen die in al hun elementen bindend zijn en rechtstreekse werking hebben.
Der Vertrag trifft eine doppelte Unterscheidung, und zwar unterscheidet er einerseits zwischen Rechtsakten mit verbindlicher Wirkung (Richtlinien und Verordnungen) und Stellungnahmen und Empfehlungen, die „nicht verbindlich“ sind, und andererseits zwischen den Richtlinien, die die zu erreichenden Ziele festlegen, es jedoch den Mitgliedstaaten überlassen, die von ihnen für zweckmäßig erachteten gesetzlichen und durchführungspolitischen Mittel zu wählen und umzusetzen, und den Verordnungen, die in allen ihren Teilen verbindlich sind und unmittelbar gelten.
