10. stelt bijgevolg voor het aantal zetels van het toekomstige Europees Parlement te verdelen op basis van 750 leden en is van mening dat toekomstige toetredingen een tijdelijke overschrijding van dit plafond tot aan het einde van de lopende zittingsperiode tot gevolg kunnen hebben, net zoals is geschied voor Bulgarije en Roemenië, gevolgd door een algehele herziening van de zetelverdeling voor de eerstvolgende verkiezingen voor het Europees Parlement na de uitbreiding;
10. schlägt folglich vor, die Sitze des künftigen Europäischen Parlaments auf der Grundlage von 750 Abgeordneten zu verteilen, und vertritt die Auffassung, dass künftige Beitritte zu einer vorübergehenden Überschreitung dieser Obergrenze bis zum Ende der jeweiligen Wahlperiode führen können, wie es für Bulgarien und Rumänien der Fall war, gefolgt von einer globalen Revision der Sitzverteilung für die auf die Erweiterung folgenden Wahlen zum Europäischen Parlament;