10. Aangezien de burgers ingevolge artikel 20, lid 2, punt d) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie het recht hebben om zich in een officiële taal van de Unie van hun keuze tot de instellingen en adviesorganen van de Unie te richten, moet het taalgebruik van de instellingen naar de burgers toe duidelijk en gemakkelijk te begrijpen zijn;
10. Da jeder Bürger gemäß Artikel 20 Absatz 2 Buchstabe d AEUV das Recht hat, bei Korrespondenz mit der Verwaltung der Union in einer Amtssprache der Union seiner Wahl zu kommunizieren, sollten die Organe eine klare und leicht verständliche Sprache verwenden, wenn sie sich an die Bürger wenden.