« Dit slaat op de wil om schade te berokkenen in strafrechtelijke zin (het opzet); die wil moet duidelijk en onbetwistbaar zijn, wat vereist dat de zaak vrij ernstig moet zijn, hetgeen aan de beoordeling van de strafrechter wordt overgelaten » (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3297/003, p. 4).
« Es muss eine Absicht zu schaden (Vorsatz) bestehen, und dieser Wille muss deutlich und unanfechtbar sein, was ein gewisses Maß an Schwere voraussetzt, das der Beurteilung durch den Strafrichter unterliegt » (Parl. Dok., Kammer, 2013-2014, DOC 53-3297/003, S. 4).