62. wijst op de nogal schamele begrotingsmiddelen voor voorlichting en communicatie (€ 25 miljoen in 2000, ongeveer 2,5% van de totale begroting van het Parlement); merkt op dat bijna de helft van dat bedrag wordt besteed aan het bezoekersprogramma, dat modernisering behoeft; verwacht bovendien
de inachtneming van duidelijke normen voor afstand-gerelateerde toelagen; acht het dan ook wenselijk dat een behoorlijke stijging van de begrotingsmiddelen voor informatie plaatsvindt, parallel aan een strategische herwaardering van inhoud en methodes van het voorlichtingsbeleid van het Parlement en een grotere synergie met andere instellingen;
...[+++] 62. verweist auf die relativ bescheidenen Haushaltsmittel für Information und Kommunikation (25 Millionen Euro 2000, d.h. nur 2,5% des Gesamtetats für das Parlament); stellt fest, dass fast die Hälfte dieses Betrags für das Besucherprogramm verwendet wir
d, das modernisiert werden sollte; erwartet in diesem Zusammenhang die Einhaltung verständlicher Richtwerte für die entfernungsbezogenen Zuschüsse; befürwortet daher eine angemessene Aufstockung der Haushaltsmittel für die Information parallel zu einer strategischen Überprüfung des Inhalts und der Methoden der Informationspolitik des Parlaments und einer besseren Synergie mit den ander
...[+++]en Institutionen;