Wanneer dus een driedimensionaal merk bestaat uit de vorm van de waar waarvoor inschrijving wordt aangevraagd, wettigt de omstandigheid alleen dat deze vorm een „variant” is van een van de gebruikelijke vormen van dit type waar niet de conclusie dat het merk geen onderscheidend vermogen mist.
Wenn eine dreidimensionale Marke in der Form der Ware besteht, für die sie angemeldet wird, reicht demnach der bloße Umstand, dass diese Form eine „Variante“ der üblichen Formen dieser Warengattung ist, nicht aus, um zu belegen, dass es der genannten Marke nicht an Unterscheidungskraft fehlt.