1. De ECB rekent een jaarlijkse vergoeding voor toezicht aan de kredietinstellingen die in de deelnemende lidstaten gevestigd zijn en aan de bijkantoren die door een in een niet-deelnemende lidstaat gevestigde kredietinstelling zijn gevestigd in een deelnemende lidstaat.
(1) Die EZB erhebt bei den in den teilnehmenden Mitgliedstaaten niedergelassenen Kreditinstituten und bei den in teilnehmenden Mitgliedstaaten niedergelassenen Zweigstellen von in nicht teilnehmenden Mitgliedstaat niedergelassenen Kreditinstituten eine jährliche Aufsichtsgebühr.