3. Indien echter in het in lid 2 bedoelde geval de invaliditeitsuitkeringen overeenkomstig artikel 39 zijn toegekend, kan het orgaan dat deze uitkeringen verschuldigd blijft, artikel 49, lid 1, sub a), toepassen, alsof degene, die bedoelde uitkeringen geniet, voldeed aan de door de wettelijke regeling van de betrokken Lid-Staat gestelde voorwaarden voor het recht op ouderdomsuitkeringen; daarbij wordt het in artikel 46, lid 2, sub a), bedoelde theoretische bedrag vervangen door het bedrag van de door genoemd orgaan verschuldigde invaliditeitsuitkeringen.
(3) Sind in dem in Absatz 2 bezeichneten Fall die Leistungen bei Invalidität jedoch gemäß Artikel 39 gewährt worden, so kann der Träger, der leistungspflichtig bleibt, Artikel 49 Absatz 1 Buchstabe a) anwenden, als ob der zum Empfang dieser Leistungen Berechtigten die Voraussetzungen für den Anspruch auf Leistungen bei Alter nach den Rechtsvorschriften des betreffenden Mitgliedstaats erfuellte; in diesem Fall tritt an die Stelle des in Artikel 46 Absatz 2 Buchstabe a) vorgesehenen theoretischen Betrages der Betrag der Leistungen bei Invalidität, der von diesem Träger geschuldet wird.