De verzoeker kan echter niet, louter op grond van zijn hoedanigheid van rechtverkrijgende die onderworpen is aan de hoogste schijven van het tarief « Tussen alle andere personen », een belang aantonen om in rechte te treden tegen artikel 2 van het decreet van 22 oktober 2003, waarbij een aanvullende vrijstelling wordt toegekend aan de erfgenamen in de rechte lijn, de echtgenoten of wettelijk samenwonenden, als hun verkregen nettoaandeel in de nalatenschap niet meer bedraagt dan 125.000 euro.
Umgekehrt ermöglicht die blosse Eigenschaft als Anspruchsberechtigter, der den höchsten Teilbeträgen des « zwischen anderen » geltenden Tarifs unterliegt, es dem Kläger nicht, ein Interesse an einer Klage gegen Artikel 2 des Dekrets vom 22. Oktober 2003 nachzuweisen, der den Erben in gerader Linie, Eheleuten oder gesetzlich Zusammenwohnenden eine zusätzliche Befreiung gewährt, wenn ihr Nettoanteil an dem Nachlass nicht mehr als 125.000 Euro beträgt.