Vertaling van "echter voor beide instellingen het meest passende kader " (Nederlands → Duits) :

Gezien de complexiteit van het onderwerp en de belangen die speelden was een normaal akkoord in tweede lezing echter voor beide instellingen het meest passende kader voor het vinden van een oplossing voor de hoofdpunten, zodra het Portugees voorzitterschap een onderhandelingsmandaat was gegeven.
Jedoch auf Grund der Komplexität des Themas und der damit verknüpften Interessen war eine Einigung in der zweiten Lesung für beide Institutionen der am besten passende Rahmen, um eine Lösung für die zentralen Punkte zu erreichen, nachdem der portugiesische Ratsvorsitz das Verhandlungsmandat erhalten hat.

acht het gezien de verscheidenheid aan stimuleringsmechanismen die in de lidstaten bestaan noodzakelijk dat het debat over meer convergentie en een passend Europees stimuleringsmechanisme voor na 2020 wordt bespoedigd; is ervan overtuigd dat op de lange duur een meer geïntegreerd system voor de stimulering van hernieuwbare energie, waarbij rekening wordt gehouden met regionale en geografische verschillen en bestaande supranationale initiatieven, en dat deel uitmaakt van een algemeen streven naar decarbonisatie, het meest kostenefficiënte kader en een gelijk speelveld voor hernieuwbare energie kan bieden waar hun volle protentieel kan worden waargemaakt; merkt op dat de bestaande RES-richtlijn de regeringen toestaat om gezamenlijke stimuleringsregelingen te gebruiken; neemt kennis van de positieve ervaringen in bepaalde Europese landen die aantonen dat een gemeenschappelijke aanpak in een geïntegreerde elektriciteitsmarkt innovaties mogelijk maakt die beide nationale systemen ten goede komen; verzoekt de Commissie tegen de achtergrond van een kader voor na 2020, na te gaan of een EU-breed systeem ter stimulering van hernieuwbare energie niet een kostenefficiënter kader biedt voor volledige verwezenlijking van het potentieel van die energie, en hoe een geleidelijke convergentie zou kunnen werken;
sieht vor dem Hintergrund der Vielzahl von in den Mitgliedstaaten bestehenden Fördersystemen die Notwendigkeit, die Diskussion über mehr Konvergenz und ein geeignetes europäisches Fördersystem für die Zeit nach 2020 weiter voranzutreiben; ist überzeugt, dass langfristig ein stärker integriertes System zur Förderung erneuerbarer Energieträger auf EU-Ebene, das regionalen und geografischen Unterschieden und bestehenden staatenübergreifenden Initiativen umfassend Rechnung trägt und Teil allgemeiner Bemühungen im Hinblick auf Dekarbonisierung ist, dazu beitragen könnte, den wirtschaftlichsten Rahmen für erneuerbare Energieträger und gleiche Wettbewerbsbedingungen bereitzustellen, unter denen sie ihr gesamtes Potenzial entfalten können; stellt fest, dass die bestehende Richtlinie über erneuerbare Energieträger es den Regierungen ermöglicht, gemeinsame Förderprogramme einzusetzen; weist auf die Erfahrungen in bestimmten europäischen Ländern hin, die erfolgreich belegen, wie ein gemeinsamer Ansatz in einem integrierten Strommarkt Innovationen von beiderseitigem Nutzen für die nationalen Systeme hervorbringt; fordert die Kommission auf, im Kontext eines Rahmens für die Zeit nach 2020 zu prüfen, ob ein EU-weiter Mechanismus zur Förderung erneuerbarer Energieträger einen wirtschaftlicheren Rahmen bieten würde, in dem ihr volles Potenzial ausgeschöpft werden könnte, und wie eine allmähliche Konvergenz funktionieren könnte;

77. acht het gezien de verscheidenheid aan stimuleringsmechanismen die in de lidstaten bestaan noodzakelijk dat het debat over meer convergentie en een passend Europees stimuleringsmechanisme voor na 2020 wordt bespoedigd; is ervan overtuigd dat op de lange duur een meer geïntegreerd system voor de stimulering van hernieuwbare energie, waarbij rekening wordt gehouden met regionale en geografische verschillen en bestaande supranationale initiatieven, en dat deel uitmaakt van een algemeen streven naar decarbonisatie, het meest kostenefficiënte kader en een gelijk speelveld voor hernieuwbare energie kan bieden waar hun volle protentieel kan worden waargemaakt; merkt op dat de bestaande RES-richtlijn de regeringen toestaat om gezamenlijke stimuleringsregelingen te gebruiken; neemt kennis van de positieve ervaringen in bepaalde Europese landen die aantonen dat een gemeenschappelijke aanpak in een geïntegreerde elektriciteitsmarkt innovaties mogelijk maakt die beide nationale systemen ten goede komen; verzoekt de Commissie tegen de achtergrond van een kader voor na 2020, na te gaan of een EU-breed systeem ter stimulering van hernieuwbare energie niet een kostenefficiënter kader biedt voor volledige verwezenlijking van het potentieel van die energie, en hoe een geleidelijke convergentie zou kunnen werken;
77. sieht vor dem Hintergrund der Vielzahl von in den Mitgliedstaaten bestehenden Fördersystemen die Notwendigkeit, die Diskussion über mehr Konvergenz und ein geeignetes europäisches Fördersystem für die Zeit nach 2020 weiter voranzutreiben; ist überzeugt, dass langfristig ein stärker integriertes System zur Förderung erneuerbarer Energieträger auf EU-Ebene, das regionalen und geografischen Unterschieden und bestehenden staatenübergreifenden Initiativen umfassend Rechnung trägt und Teil allgemeiner Bemühungen im Hinblick auf Dekarbonisierung ist, dazu beitragen könnte, den wirtschaftlichsten Rahmen für erneuerbare Energieträger und gleiche Wettbewerbsbedingungen bereitzustellen, unter denen sie ihr gesamtes Potenzial entfalten können; stellt fest, dass die bestehende Richtlinie über erneuerbare Energieträger es den Regierungen ermöglicht, gemeinsame Förderprogramme einzusetzen; weist auf die Erfahrungen in bestimmten europäischen Ländern hin, die erfolgreich belegen, wie ein gemeinsamer Ansatz in einem integrierten Strommarkt Innovationen von beiderseitigem Nutzen für die nationalen Systeme hervorbringt; fordert die Kommission auf, im Kontext eines Rahmens für die Zeit nach 2020 zu prüfen, ob ein EU-weiter Mechanismus zur Förderung erneuerbarer Energieträger einen wirtschaftlicheren Rahmen bieten würde, in dem ihr volles Potenzial ausgeschöpft werden könnte, und wie eine allmähliche Konvergenz funktionieren könnte;

78. acht het gezien de verscheidenheid aan stimuleringsmechanismen die in de lidstaten bestaan noodzakelijk dat het debat over meer convergentie en een passend Europees stimuleringsmechanisme voor na 2020 wordt bespoedigd; is ervan overtuigd dat op de lange duur een meer geïntegreerd system voor de stimulering van hernieuwbare energie, waarbij rekening wordt gehouden met regionale en geografische verschillen en bestaande supranationale initiatieven, en dat deel uitmaakt van een algemeen streven naar decarbonisatie, het meest kostenefficiënte kader en een gelijk speelveld voor hernieuwbare energie kan bieden waar hun volle protentieel kan worden waargemaakt; merkt op dat de bestaande RES-richtlijn de regeringen toestaat om gezamenlijke stimuleringsregelingen te gebruiken; neemt kennis van de positieve ervaringen in bepaalde Europese landen die aantonen dat een gemeenschappelijke aanpak in een geïntegreerde elektriciteitsmarkt innovaties mogelijk maakt die beide nationale systemen ten goede komen; verzoekt de Commissie tegen de achtergrond van een kader voor na 2020, na te gaan of een EU-breed systeem ter stimulering van hernieuwbare energie niet een kostenefficiënter kader biedt voor volledige verwezenlijking van het potentieel van die energie, en hoe een geleidelijke convergentie zou kunnen werken;
78. sieht vor dem Hintergrund der Vielzahl von in den Mitgliedstaaten bestehenden Fördersystemen die Notwendigkeit, die Diskussion über mehr Konvergenz und ein geeignetes europäisches Fördersystem für die Zeit nach 2020 weiter voranzutreiben; ist überzeugt, dass langfristig ein stärker integriertes System zur Förderung erneuerbarer Energieträger auf EU-Ebene, das regionalen und geografischen Unterschieden und bestehenden staatenübergreifenden Initiativen umfassend Rechnung trägt und Teil allgemeiner Bemühungen im Hinblick auf Dekarbonisierung ist, dazu beitragen könnte, den wirtschaftlichsten Rahmen für erneuerbare Energieträger und gleiche Wettbewerbsbedingungen bereitzustellen, unter denen sie ihr gesamtes Potenzial entfalten können; stellt fest, dass die bestehende Richtlinie über erneuerbare Energieträger es den Regierungen ermöglicht, gemeinsame Förderprogramme einzusetzen; weist auf die Erfahrungen in bestimmten europäischen Ländern hin, die erfolgreich belegen, wie ein gemeinsamer Ansatz in einem integrierten Strommarkt Innovationen von beiderseitigem Nutzen für die nationalen Systeme hervorbringt; fordert die Kommission auf, im Kontext eines Rahmens für die Zeit nach 2020 zu prüfen, ob ein EU-weiter Mechanismus zur Förderung erneuerbarer Energieträger einen wirtschaftlicheren Rahmen bieten würde, in dem ihr volles Potenzial ausgeschöpft werden könnte, und wie eine allmähliche Konvergenz funktionieren könnte;

9. verzoekt de Commissie derhalve het bbp als doorslaggevende indicator te blijven gebruiken om te bepalen of regio's in aanmerking komen voor steun in het kader van het regionaal beleid; vreest dat het gebruik van andere indicatoren de voornaamste doelstellingen van het cohesiebeleid op het spel zal zetten en ten koste zal gaan van de armste en geografisch gezien meest benadeelde regio's; meent echter dat nationale autoriteiten op het passende besluitvormingsniveau andere sociale, milieu- en infrastructuurgerelateerde indicatoren mogen blijven gebruiken, om rekening te houden met de specifieke omstandigheden van regio's en steden en in het kader van de EU 2020-strategie;
9. fordert die Kommission auf, das BIP als entscheidenden Indikator für die Förderwürdigkeit im Rahmen der Regionalpolitik beizubehalten; befürchtet, dass die Verwendung anderer Indikatoren die Hauptziele der Kohäsionspolitik zum Nachteil der ärmsten und geographisch am stärksten benachteiligten Regionen gefährden könnte; ist jedoch der Ansicht, dass nationale Behörden weiterhin andere soziale, ökologische und infrastruktur-bezogene Indikatoren auf der jeweiligen Ebene der Entscheidungsfindung anwenden können, die den Besonderheiten von Regionen und Städten im Rahmen der EU-2020-Strategie Rechnung tragen;

Amendement 2 werd in deze context eveneens door de Commissie en de Raad verworpen omdat het niet passend zou in het kader van deze verordening. Beide instellingen stemmen echter in met verbetering van de voorlichting aan het Parlement over de stand van zaken met betrekking tot de inzameling van de eigen middelen, het verwachte niveau voor het volgende begrotingsjaar en specifieke kwesties in verband met het stelsel van eigen middelen.
Auch Abänderung 2 wird in diesem Kontext von Kommission und Rat als im Rahmen dieser Verordnung ungeeignet abgelehnt, aber beide Organe sagen zu, die Unterrichtung des Parlaments über den Stand der Erhebung der Eigenmittel, die veranschlagte Höhe der Eigenmittel für das nächste Haushaltsjahr und aktuelle Probleme im Zusammenhang mit dem System der Eigenmittel zu verbessern.

Deze voorwaarden gelden in gelijke mate voor beide partijen; de concessies worden echter asymmetrisch toegepast. Dit betekent dat de concessies van de EG het eerst worden uitgevoerd. c. aanpassing van wet- en regelgeving Dit omvat de toezegging van de Middeneuropese landen dat zij dezelfde wetgeving invoeren als in de Gemeenschap op het gebied van: - mededinging, inclusief staatssteun: dezelfde regels als in het Verdrag van Rome - de bescherming van intellectuele, commerciële en industriële eigendom - de liberalisering van de betalingen en het overmaken van kapitaal voor handel en investeringen - aanpassing van de wetgeving op andere gebieden die van invloed zijn op de uitvoering van de Overeenkomsten. d. samenwerking - economische samenwerking - financiële samenwerking (voortzetting van de steun in het kader van het PHARE-programma en andere financiële steun) - culturele samenwerking e. instellingen - Associatieraad op ministerieel niveau - Associatiecomité op het niveau van hogere ambtenaren - Parlementair Associatiecomité ***
All diese Maßnahmen beruhen auf Gegenseitigkeit, doch werden die Zugeständnisse "asymmetrisch" gewährt, d.h. zuerst setzt die EG ihre Zugeständnisse um. c. Angleichung der Rechtsvorschriften Die MOEL verpflichten sich, in folgenden Bereichen ihre Rechtsvorschriften an das Gemeinschaftsrecht anzupassen: - Wettbewerbsregeln einschließlich staatlicher Beihilfen: Es sollen ähnliche Regeln wie im Vertrag von Rom eingeführt werden; - Schutz der Rechte an geistigem und gewerblichem Eigentum; - Liberalisierung des Zahlungs- und Kapitalverkehrs im Zusammenhang mit Handel und Investitionen; - Rechtsangleichung in anderen Bereichen, die die Umsetzung der Abkommen betreffen. d. Zusammenarbeit - wirtschaftliche Zusammenarbeit; - finanzielle Zusammenarbeit (Fortsetzung der Hilfe im Rahmen von PHARE und sonstige finanzielle Unterstützung); - kulturelle Zusammenarbeit. e. Institutionen - Assoziationsrat auf Ministerebene; - Assoziationsausschuß auf der Ebene hoher Beamter; - Parlamentarischer Assoziationsausschuß. * * *