De verzoekende partijen voeren aan dat artikel 40ter, derde lid, van de wet van 15 december 1980 een schending inhoudt van de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, doordat het als voorwaarde stelt dat, wanneer de echtgenoot van een Belg of de partner met wie een geregistreerd partnerschap werd gesloten dat als gelijkwaardig met het huwelijk in België wordt beschouwd, een toelating tot verblijf wil v
erkrijgen, de beide echtgenoten ouder moeten zijn dan eenentwint ...[+++]ig jaar.Die klagenden Parteien führen an, dass Artikel 40ter Absatz 3 des Gesetzes vo
m 15. Dezember 1980 gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 26 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, verstoße, indem darin als Bedingung gelte, dass dann, wenn der Ehepar
tner eines Belgiers oder der Lebenspartner, mit dem er eine registrierte Partnerschaft eingegangen habe, die in Belgien als mit einer Ehe gleic
...[+++]hgesetzt gilt, eine Aufenthaltszulassung erhalten möchte, beide Partner älter als einundzwanzig Jahre sein müssten.