Wat ik voorstel, mijnheer Almunia, is dat u een document opstelt, dat u dat meeneemt naar die dialoog waartoe we bij de vorige richtsnoeren voor het economisch beleid hebben besloten, en dat we het eens worden, zodat we met één stem kunnen spreken en constructieve voorstellen kunnen doen voor die hervorming van het Grondwettelijk Verdrag, omdat het morgen te laat zal zijn.
Ich schlage vor, Herr Almunia, dass Sie etwas zu Papier bringen und wir den Dialog führen, der bei früheren Grundzügen der Wirtschaftpolitik angesagt war, und dass wir eine Einigung erzielen, damit wir mit einer Stimme sprechen können und konstruktive Vorschläge bei dieser Reform des Verfassungsvertrages einbringen können, denn morgen wird es zu spät sein.