De verwijzende rechter vraagt of artikel 2 van de wet van 21 december 2007 betreffende de uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008 (hierna : wet van 21 december 2007) en artikel 158 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I) (hierna : wet van 24 juli 2008) bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, nu het voor intergemeentelijke samenwerkingsverbanden niet mogelijk is om gebruik te maken van het stelsel van niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen, in tegenstelling tot de werkgevers die vallen onder de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en in tegenstell
ing tot de autonome overheidsbedrijven ...[+++] bedoeld in artikel 1, § 4, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, hoewel zij zich in dezelfde economische situatie bevinden.Der vorlegende Richter fragt, ob Artikel 2 des Gesetzes vom 21. Dezember 2007 über die Ausführung des überberuflichen Abkommens 2007-2008 (nachstehend: Gesetz vom 21. Dezember 2007) und Artikel 158 des Gesetzes vom 24. Juli 2008 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen (I) (nachstehend: Gesetz vom 24. Juli 2008) mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar seien, da es für interkommunale Zusammenarbeitsverbände nicht möglich sei, von der Regelung der einmaligen ergebnisgebundenen Vorteile Gebrauch zu machen, im Gegensatz zu den Arbeitgebern, auf die das Gesetz vom 5. Dezember 1968 über die kollektiven Arbeitsabkommen und die paritätischen Kommissionen Anwendung finde, und im Gegensatz zu den autonomen öffentlichen Unternehmen im
...[+++]Sinne von Artikel 1 § 4 des Gesetzes vom 21. März 1991 zur Umstrukturierung bestimmter öffentlicher Wirtschaftsunternehmen, obwohl sie sich in derselben wirtschaftlichen Lage befänden.
