In een derde middel, afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, zowel op zichzelf beschouwd als in samenhang met het algemeen beginsel van de onaantastbaarheid van de in
dividueel verworven situaties, met artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet en met artikel 6 van het Internatio
naal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten van 19 december 1966, doen de verzoekers gelden dat de aangevochten wet een onverantwoord onderscheid in het leven roept onder de verschillende vrije beroepen, in zoverre
...[+++] de uitoefeningsvoorwaarden van alle vrije beroepen onderworpen zijn aan strikte reglementeringen die bestemd zijn om tegemoet te komen aan dwingende vereisten van algemeen belang in eenzelfde concurrentiële context, terwijl enkel voor het beroep van notaris de uitoefening ervan in de tijd wordt beperkt door een verplichte pensioenleeftijd.In einem dritten Klagegrund, der aus dem Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, sowohl alleine betrachtet als auch im Zusammenhang mit dem allgemeinen Grundsatz der Unantastbarkeit individueller Errungenschaften, mit Artikel 23 Absatz 3 Nr. 1 der Verfassung und mit Artikel 6 des Internationalen Paktes über wirtschaftliche, soziale und kultur
elle Rechte vom 19. Dezember 1966 abgeleitet ist, machen die Kläger geltend, das angefochtene Gesetz schaffe eine ungerechtfertigte Diskriminierung zwischen den verschiedenen freien Berufen, insofern die Ausübungsbedingungen aller freien Berufe Gegenstand strenger Regelungen seien, die d
...[+++]en Erfordernissen des Gemeinwohls in einem gleichen Wettbewerbskontext entsprechen sollten, während nur die Ausübung des Notarberufes zeitlich begrenzt werde durch ein zwingend vorgeschriebenes Pensionsalter.