7. beklemtoont dat er een gunstige omgeving moet worden geschapen voor maatschappelijke organisaties en mensenrechtenactivisten die zich inzetten voor mensen die op grond van hun kaste worden gediscrimineerd, zodat hun veiligheid gegarandeerd wordt en hun werkzaamheden niet worden gehinderd, gestigmatiseerd of beperkt; benadrukt dat zo'n omgeving inhoudt dat zij financiële steun moeten kunnen krijgen, met de mensenrechteninstanties van de VN moeten kunnen samenwerken en door het Europees Economisch en Sociaal Comité (Ecosoc) moeten kunnen worden erkend;
7. betont, dass für die Zivilgesellschaft und für Menschenrechtsverteidiger, die mit Menschen arbeiten, die aufgrund ihrer Kastenzugehörigkeit diskriminiert werden, ein positives Umfeld geschaffen werden muss, damit sie keinen Gefahren ausgesetzt sind und ihre Arbeit nicht behindert, stigmatisiert oder eingeschränkt wird; betont, dass dieses Umfeld auch Zugang zu Finanzierungsmitteln, die Zusammenarbeit mit den Menschenrechtsgremien der Vereinten Nationen und eine Akkreditierung durch den Wirtschafts- und Sozialrat der Vereinten Nationen (Ecosoc) umfassen sollte;