Maar de interpretatie die de Raad van State geeft aan artikel 43, §§ 2 en 3, van de bestuurstaalwetten, waarbij in de gegeven specifieke omstandigheden de voorkeur wordt gegeven aan het begrip taalrol boven het begrip taalkader, is volgens de verzoekende partij voor de Raad van State onevenredig met het beoogde doel : er wordt eerst een evenwicht nagestreefd tussen de taalrollen binnen het tweetalige kader, ook al zijn de eentalige kaders verder verwijderd van hun normale bezetting.
Aber die Interpretation des Staatsrats von Artikel 43 §§ 2 und 3 der Verwaltungssprachgesetze, mit der unter den gegebenen spezifischen Umständen dem Begriff Sprachrolle der Vorzug vor dem Begriff Sprachkader gegeben werde, sei der Klägerin zufolge unverhältnismässig zum angestrebten Ziel; es werde erst ein Gleichgewicht zwischen den Sprachrollen innerhalb des zweisprachigen Kaders angestrebt, selbst wenn das Defizit bezüglich ihrer normalen Besetzung innerhalb der einsprachigen Kader grösser sei.