34. wijst erop dat levenslang leren om aan de werknemers het grootst mogelijke voordeel te bieden, bekrachtigd moet zijn met diploma's en certificaten; wijst op de noodzaak om de praktijk van het valideren van eerder verworven kennis tot norm te verheffen;
34. stellt fest, dass bei der lebenslangen Weiterbildung die Möglichkeit bestehen muss, Diplome und Zeugnisse zu erwerben, wenn sie den Arbeitnehmern in vollem Umfang zugute kommen soll; weist darauf hin, dass die Anerkennung erworbener Abschlüsse allgemein durchgesetzt werden muss;