7. merkt op dat de speciale VN-rapporteur voor vrijheid van mening en meningsuiting, de speciale rapporteur inzake de onafhankelijkheid van rechters en advocaten en de speciale rapporteur inzake marteling van de VN-commissie voor de rechten van de mens hebbe
n verklaard dat het proces tegen de Iraanse inlichtingendienstofficier die op 24 juli 2004 werd vrijgesproken van de hem ten laste gelegde moord op mevrouw Kazemi, niet voldeed aan internatio
nale normen van een eerlijk proces, omdat belangrijke bewijsmiddelen door de rechtbank werd
...[+++]en genegeerd;
7. verweist darauf, dass die Sonderberichterstatter der UNO-Menschenrechtskommission über die Meinungs- und Redefreiheit, die Unabhängigkeit von Richtern und Anwälten und über die Folter erklärt haben, dass das Verfahren gegen den der Tötung von Frau Kazemi beschuldigten iranischen Geheimdienstoffizier, der am 24. Juli 2004 freigesprochen wurde, nicht den internationalen Normen eines fairen Prozesses entsprach, weil wichtige Beweismittel vom Gericht ignoriert wurden;