1. De lidstaten schrijven voor dat de kredietgever, kredietbemiddelaar of aangestelde vertegenwoordigers bij het opstellen van kredietproducten of bij het toekennen van, bij het bemiddelen bij of bij het verlenen van adviesdiensten inzake krediet en, in voorkomend geval, bij nevendiensten aan consumenten, of bij het uitvoeren van een kredietovereenkomst, op een eerlijke, billijke, transparante en professionele wijze optreden en rekening houden met de rechten en belangen van de consument.
(1) Die Mitgliedstaaten verlangen, dass der Kreditgeber, der Kreditvermittler oder der benannte Vertreter bei der Gestaltung von Kreditprodukten oder der Gewährung oder der Vermittlung von Krediten oder der Erbringung von Beratungsdienstleistungen zu Krediten oder gegebenenfalls von Nebenleistungen für Verbraucher oder bei der Ausführung eines Kreditvertrags unter Berücksichtigung der Rechte und Interessen der Verbraucher ehrlich, redlich, transparent und professionell handelt.