Het Hof stelt, enerzijds, vast dat de eerste drie verzoekende partijen, naar gelang van het geval, handelen in de hoedanigheid van verpleegkundige of ziekenhuisassistente en dat, anderzijds, de statuten van de andere verzoekende partijen bepalen dat hun gemeenschappelijk maatschappelijk doel onder meer bestaat in het bevorderen of verdedigen van de verpleegkunde, met inachtneming van het specifieke karakter van elk statuut.
Der Hof stellt einerseits fest, dass die drei ersten klagenden Parteien je nach Fall als Krankenpfleger oder als Krankenpflegeassistentin auftreten und dass andererseits die Satzungen der anderen klagenden Parteien insbesondere als gemeinsamen Vereinigungszweck die Förderung oder Verteidigung der Krankenpflege unter Beachtung der spezifischen Beschaffenheit des jeweiligen Statuts beinhalten.