Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "eerste en tweede witwasrichtlijn werden " (Nederlands → Duits) :

Wat in deze zaak wel belangrijk is, is vast te stellen hoe de Spaanse autoriteiten artikel 12, lid 5, van de TRLIS toepasten op het ogenblik waarop het eerste en tweede besluit werden vastgesteld.

Ausschlaggebend in der vorliegenden Sache ist die Feststellung, in welcher Weise Artikel 12 Absatz 5 TRLIS zum Zeitpunkt des Erlasses des ersten und zweiten Beschlusses von Spanien angewandt wurde.


Schendt artikel 147, derde lid, van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 152 ervan, doordat het ertoe leidt dat een rechter (de verzoekster) die in de vroegere arbeidsrechtbank van Verviers-Eupen was benoemd, zonder haar toestemming en zonder zich kandidaat te hebben gesteld, in subsidiaire orde in de nieuwe rechtbank van koophandel te Eupen en in de rechtbank van eerste aanleg te Eupen werd benoemd, terw ...[+++]

Schändet Artikel 147, Absatz 3 des Gesetzes vom 1. Dezember 2013 über die Reform der Gerichtsbezirke und die Mobilität der Mitglieder des gerichtlichen Standes die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 152, indem er dazu führt, dass ein Richter (die Antragstellerin), die am alten Arbeitsgericht Verviers-Eupen ernannt war, ohne ihre Zustimmung und ohne kandidiert zu haben, nebensächlich an dem neuen Handelsgericht Eupen und am Gericht Erster Instanz Eupen ernannt wurde ...[+++]


In artikel 149, § 1, eerste lid, tweede zin, werden de woorden « voor 1 mei 2000 » vernietigd bij het arrest nr. 14/2005 van 19 januari 2005 van het Hof.

In Artikel 149 § 1 Absatz 1 zweiter Satz wurden die Wörter « vor dem 1. Mai 2000 » durch das Urteil Nr. 14/2005 vom 19. Januar 2005 des Hofes für nichtig erklärt.


»; 3. « In geval van ontkennend antwoord op de tweede vraag, schenden de artikelen 4/1 en 5 van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers de artikelen 22, 23 en 191 van de Grondwet, of de ene of de andere van die bepalingen, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol ...[+++]

»; 3. « Im Falle der verneinenden Antwort auf die zweite Frage: Verstoßen die Artikel 4/1 und 5 des Gesetzes vom 30. April 1999 über die Beschäftigung ausländischer Arbeitnehmer gegen die Artikel 22, 23 und 191 der Verfassung, oder die eine oder andere dieser Bestimmungen, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention, indem sie vorsehe ...[+++]


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij twee arresten van 24 maart 2015 in zake Roland Thienpont tegen de Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 3 april 2015, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt art. 171, 5°, c) WIB 92 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat er geen objectieve en redelijke verantwoording bestaat voor het gemaakte onde ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfragen und Verfahren In zwei Entscheiden vom 24. März 2015 in Sachen Roland Thienpont gegen den belgischen Staat, deren Ausfertigungen am 3. April 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat der Appellationshof Gent folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 171 Nr. 5 Buchstabe c) des EStGB 1992 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem es keine objektive und vernünf ...[+++]


Nadat de bestaanbaarheid van de regeling van de « verruimde » minnelijke schikking met de Grondwet en met name met het beginsel van de onafhankelijkheid van de rechter en het beginsel van de scheiding der machten reeds tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 14 april 2011 (Parl. St., Senaat, 2010-2011, nr. 5-869/4, pp. 30 en 33-35) ter discussie werd gesteld, is artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering opnieuw gewijzigd bij de wet van 11 juli 2011 door de toevoeging, in paragraaf 2, tiende lid, van dat artikel, van een voorwaarde volgens welke de bevoegde rechter op vordering van de procureur des Konings het verval van de strafvordering vaststelt « na te hebben nagegaan of voldaan is aan de formele toepassingsvoorwaarden ...[+++]

Nachdem die Vereinbarkeit der Regelung des « erweiterten » Vergleichs mit der Verfassung und insbesondere mit dem Grundsatz der Unabhängigkeit des Richters und dem Grundsatz der Gewaltentrennung bereits während der Vorarbeiten zum Gesetz vom 14. April 2011 (Parl. Dok., Senat, 2010-2011, Nr. 5-869/4, SS. 30 und 33/35) in Frage gestellt worden war, wurde Artikel 216bis des Strafprozessgesetzbuches durch das Gesetz vom 11. Juli 2011 erneut abgeändert, indem in Paragraph 2 Absatz 10 dieses Artikels eine Bedingung hinzugefügt wurde, wona ...[+++]


Op vordering van de procureur des Konings en na te hebben nagegaan of voldaan is aan de formele toepassingsvoorwaarden van § 1, eerste lid, of de dader de voorgestelde minnelijke schikking heeft aanvaard en nageleefd, en het slachtoffer en de fiscale of sociale administratie werden vergoed overeenkomstig § 4 en § 6, tweede lid, stelt de bevoegde rechter het verval van de strafvordering vast ten aanzien van de dader.

Der zuständige Richter stellt auf Antrag des Prokurators des Königs und nachdem er überprüft hat, ob die in § 1 Absatz 1 erwähnten formellen Anwendungsbedingungen erfüllt sind, ob der Täter den vorgeschlagenen Vergleich angenommen und eingehalten hat und ob das Opfer und die Steuer- oder Sozialverwaltung gemäß § 4 und § 6 Absatz 2 entschädigt worden sind, das Erlöschen der Strafverfolgung gegen den Täter fest.


De medewerkende exporteur voor wie werd vastgesteld dat hij niet aan het eerste, het tweede en het derde criterium van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening voldeed, voerde met betrekking tot het eerste criterium van de genoemde bepaling aan dat de aankoop- en verkoopbeperkingen in zijn statuten in de praktijk niet door de onderneming in acht werden genomen.

Der kooperierende Ausführer, der den Feststellungen zufolge die ersten drei Kriterien des Artikels 2 Absatz 7 Buchstabe c der Grundverordnung nicht erfüllte, machte zum ersten Kriterium jener Vorschrift geltend, die Beschränkungen der Kauf- und Verkaufsaktivitäten in seiner Satzung würden vom Unternehmen in der Praxis nicht angewendet.


Immers, luidens artikel 341 van de programmawet van 22 december 2003 zijn artikel 68ter, § 2, eerste lid, §§ 3 tot 9, en artikel 68quater, eerste en tweede lid, van de wet van 8 juli 1976 opgeheven op 1 juni 2004 zodat de O.C. M.W'. s vanaf die datum niet langer kunnen overgaan tot invordering van de lopende termijnen van het onderhoudsgeld waarop voorschotten werden betaald en dit zowel voor de periode vóór als na 1 juni 2004 (art ...[+++]

Gemäss Artikel 341 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 2003 wurden Artikel 68ter § 2 Absatz 1, §§ 3 bis 9 und Artikel 68quater Absätze 1 und 2 des Gesetzes vom 8. Juli 1976 nämlich am 1. Juni 2004 aufgehoben, so dass die ÖSHZen ab diesem Datum nicht mehr zur Eintreibung der laufenden Raten des Unterhaltsgeldes, auf das Vorschüsse gezahlt wurden, übergehen können, und dies sowohl für den Zeitraum vor als auch nach dem 1. Juni 2004 (Artikel 29bis des Gesetzes vom 21. Februar 2003, eingefügt durch Artikel 339 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 2003).


Hoewel deze wegvervoerders de tweede plaats bezetten in de eerste en tweede periode (met een aandeel van respectievelijk 14% en 11%), namen zij in de derde periode slechts 7% voor hun rekening. In deze periode werden zij voorgegaan door "Luxemburgse wegvervoerders in Duitsland" (met 9%) en "Belgische wegvervoerders in Frankrijk" (met 8%).

Während "belgische Unternehmen in Deutschland" im 1. und im 2. Zeitraum auf Platz 2 rangierten (mit 14% bzw. 11%), erreichten sie im 3. Zeitraum lediglich einen Anteil von 7% und wurden von "Güterkraftverkehrsunternehmen aus Luxemburg in Deutschland" (mit 9%) und "belgischen Güterkraftverkehrsunternehmen in Frankreich" (mit 8%) überholt.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'eerste en tweede witwasrichtlijn werden' ->

Date index: 2024-05-20
w