Voor het overige volgt uit de feiten en de motivering van de verwijzingsbeslissing dat de prejudiciële vragen betrekking hebben op artikel 4, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997, in zoverre het bepaalt dat de kwartalen die in aanmerking komen voor de opening van het recht op het rustpensioen gelegen zijn vóór het jaar waarin het pensioen « daadwerkelijk en voor de eerste maal » ingaat.
Darüber hinaus geht aus dem Sachverhalt und aus der Begründung der Verweisungsentscheidung hervor, dass die präjudiziellen Fragen sich auf Artikel 4 § 3 Absatz 1 des königlichen Erlasses vom 30. Januar 1997 beziehen, insofern er bestimmt, dass die Quartale, die einen Anspruch auf die Ruhestandspension entstehen lassen können, vor dem Jahr liegen, in dem die Pension « tatsächlich und zum ersten Mal » beginnt.