2. wijst erop dat de vangstmogelijkheden voor de communautaire vloot met 85% zijn toegenomen ten opz
ichte van de vorige overeenkomst. De totale hoeveelheid ligt boven de 180.000 ton, ofte wel 36.000 ton per jaar, tegenover 25.000 ton per jaar in de vorige overeenkomst. De visserij op koppotigen, die ee
n permanente plaats heeft gekregen in de overeenkomst, heeft een aanzienlijke verhoging van de quota en van het aantal visrechten gekregen: voorzag de vorige overeenkomst in 18 schepen en 5250 brt., in de h
uidige mogen in het ...[+++]eerste jaar van de looptijd 25 schepen in totaal 7500 ton vangen; in het tweede jaar 40 schepen 12.000 ton; in het derde jaar 45 schepen 13.500 ton, en in de laatste twee jaar 50 schepen 15.000 ton.
Die Tintenfischflotte, die zu einer ständigen Einrichtung wird, erhält eine beträchtliche Erhöhung der Lizenzen und Fangmengen; diese steigen von 18 Schiffen und 5.250 BRT im derzeitigen Abkommen auf 25 Schiffe und 7.500 BRT im ersten Jahr der Gültigkeit, auf 40 Schiffe und 12.000 BRT im zweiten Jahr, 45 bzw. 13.500 im dritten, und schließlich auf 50 Schiffe und 15.000 BRT in den letzten beiden Jahren.