3. De Commissie stelt, voor de eerste maal niet later dan zes maanden vóór het van toepassing worden van deze richtlijn en vervolgens periodiek, een verslag op waarin de in de leden 4 en 5 bedoelde behandeling van beleggingsondernemingen van de Gemeenschap in derde landen, met betrekking tot de vestiging en het verrichten van beleggingsdiensten en het verwerven van deelnemingen in beleggingsondernemingen van derde landen wordt onderzocht.
(3) Die Kommission erstellt erstmals nicht später als sechs Monate vor dem Beginn der Anwendung dieser Richtlinie und danach in regelmässigen Abständen einen Bericht, der die Behandlung von Gemeinschaftswertpapierfirmen in Drittländern gemäß den Absätzen 4 und 5 bei ihrer Niederlassung und der Ausführung von Wertpapiergeschäften sowie dem Erwerb von Beteiligungen an Wertpapierfirmen von Drittländern untersucht.