Vertaling van "eerste vraag bedoeld " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

al degenen die diensten verrichten als bedoeld in de eerste alinea van artikel 59
all in Artikel 59 Absatz l bezeichneten Erbringer von Dienstleistungen

de eerste van de in artikel 52 bedoelde prijsaanpassingen
die erste Preisannaeherung nach Artikel 52

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Moeten artikel 2, lid 1, van richtlijn 2002/96/EG en/of artikel 2, lid 3, sub b, van richtlijn 2012/19/EU aldus worden uitgelegd dat (garagepoort-)aandrijvingen als in de eerste vraag bedoeld, moeten worden beschouwd als deel van andere apparatuur welke niet binnen de werkingssfeer van de desbetreffende richtlijn valt?
Sind Art. 2 Abs. 1 der Richtlinie 2002/96/EG und/oder Art. 2 Abs. 3 lit. b der Richtlinie 2012/19/EU so auszulegen, dass (Garagentor-)Antriebe gemäß Frage 1) als Teil eines anderen Gerätetyps anzusehen sind, der nicht in den Geltungsbereich der jeweiligen Richtlinie fällt?

Moeten bijlage IA, punt 6, en bijlage IB, punt 6, van richtlijn 2002/96/EG en/of artikel 3, lid 1, sub b, bijlage I, punt 6, en bijlage II, punt 6, van richtlijn 2012/19/EU aldus worden uitgelegd dat (garagepoort-)aandrijvingen als in de eerste vraag bedoeld, moeten worden beschouwd als bestanddeel van grote, niet-verplaatsbare industriële installaties in de zin van deze bepalingen?
Sind Anhang IA Nr. 6 und Anhang IB Nr. 6 der Richtlinie 2002/96/EG und/oder Art. 3 Abs. 1 lit. b, Anhang I Nr. 6, Anhang II Nr. 6 der Richtlinie 2012/19/EU dahingehend auszulegen, dass (Garagentor-)Antriebe gemäß Frage 1) als Bestandteil ortsfester industrieller Großwerkzeuge im Sinne dieser Vorschriften anzusehen sind?

Moeten artikel 29 van het op 28 mei 1999 te Montreal ondertekende Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer en artikel 18 van verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling volgens welke de in de eerste vraag bedoelde benadeelde een rechtstreekse vordering tegen de wettelijke-aansprakelijkheidsverzekeraar van de schadeverwekker kan instellen?
Sind Artikel 29 des am 28. Mai 1999 in Montreal unterzeichneten Übereinkommens zur Vereinheitlichung bestimmter Vorschriften über die Beförderung im internationalen Luftverkehr und Artikel 18 der Verordnung (EG) Nr. 864/2007 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 11. Juli 2007 über das auf außervertragliche Schuldverhältnisse anzuwendende Recht (5) dahin auszulegen, dass sie nationalen Regelungen entgegenstehen, die eine Direktklage der in Frage 1) genannten Geschädigten gegen den Haftpflichtversicherer des Schädigers vorsehen?

Moeten artikel 33 van het op 28 mei 1999 te Montreal ondertekende Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer en artikel 67 van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken aldus worden uitgelegd dat de bevoegdheid om kennis te nemen van en uitspraak te doen over de in de eerste vraag bedoelde schadevorderingen uitsluitend moet worden beoordeeld op grond van artikel 33 van het op 28 mei 1999 te Montreal ondertekende Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer?
Sind Artikel 33 des am 28. Mai 1999 in Montreal unterzeichneten Übereinkommens zur Vereinheitlichung bestimmter Vorschriften über die Beförderung im internationalen Luftverkehr und Artikel 67 der Verordnung (EG) Nr. 44/2001 des Rates vom 22. Dezember 2000 über die gerichtliche Zuständigkeit und die Anerkennung und Vollstreckung von Entscheidungen in Zivil- und Handelssachen (4) dahin auszulegen, dass die Zuständigkeit zur Verhandlung und Entscheidung über die in Frage 1) genannten Schadensersatzansprüche ausschließlich nach Artikel 33 des am 28. Mai 1999 in Montreal unterzeichneten Übereinkommens zur Vereinheitlichung bestimmter Vorschriften über die Beförderung im internationalen Luftverkehr zu beurteilen ist?

Indien de eerste vraag ontkennend moet worden beantwoord: Staat artikel 7, lid 2, eerste alinea, van richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging (1) in de weg aan de in de eerste vraag bedoelde nationale regeling?
Wenn Frage 1. zu verneinen ist: Steht Art. 7 Abs. 2 Unterabs. 1 der Richtlinie 2003/86/EG des Rates vom 22. September 2003 betreffend das Recht auf Familienzusammenführung (1) der in Frage 1. bezeichneten Regelung des nationalen Rechts entgegen?

Behoudens specifieke bepalingen houden afwikkelingsautoriteiten en bevoegde autoriteiten, wanneer zij de voorschriften uit hoofde van deze richtlijn vaststellen en toepassen en wanneer zij de verschillende hen ter beschikking staande instrumenten gebruiken ten aanzien van een in de eerste alinea bedoelde entiteit, rekening met: de aard van haar bedrijfsactiviteiten; haar aandeelhoudersstructuur; haar rechtsvorm; haar risicoprofiel, omvang en juridische status; haar verwevenheid met andere instellingen of met het financiële stelsel als geheel; de reikwijdte en de complexiteit van haar activiteiten; haar deelname aan een institutioneel protectiestelsel (IPS) dat voldoet aan de vereisten van artikel 113, lid 7, van Verordening (EU) nr. 575/2013 of aan andere coöperatieve, op wederzijdse solidariteit gebaseerde systemen als bedoeld in artikel 113, lid 6, van die richtlijn; en de vraag of zij beleggingsdiensten of -activiteiten als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 2, van Richtlijn 2004/./EU verricht.
Bei der Festlegung und Anwendung der Anforderungen dieser Richtlinie und bei der Anwendung der einzelnen ihnen zur Verfügung stehenden Instrumente auf ein Unternehmen gemäß Unterabsatz 1 berücksichtigen die Abwicklungsbehörden und zuständigen Behörden unter Beachtung besonderer Bestimmungen die Art seiner Geschäftstätigkeiten, seine Beteiligungsstruktur, seine Rechtsform, sein Risikoprofil seine Größe und seinen Rechtsstatus sowie seine Verflechtung mit anderen Instituten oder dem Finanzsystem im Allgemeinen, den Umfang und die Komplexität seiner Tätigkeiten, seine Mitgliedschaft in einem institutsbezogenen Sicherungssystem, das die Anforderungen von Artikel 113 Absatz 7 der Verordnung (EU) Nr. 575/2013 erfüllt, oder in anderen gemeinsamen Systemen der wechselseitigen Solidarität gemäß Artikel 113 Absatz 6 der genannten Verordnung sowie die Frage, ob es Wertpapierdienstleistungen oder Anlagetätigkeiten gemäß Artikel 4 Absatz 1 Nummer 2 der Richtlinie 2014/./EU erbringt.

– de minderjarige kinderen van de bij het eerste gedachtestreepje bedoelde paren of de persoon die internationale bescherming geniet, mits zij ongehuwd zijn, ongeacht de vraag of zij naar nationaal recht wettige, buitenechtelijke of geadopteerde kinderen zijn;
– die minderjährigen Kinder des unter dem ersten Gedankenstrich genannten Paares oder der Person mit Anspruch auf internationalen Schutz, sofern diese ledig sind, gleichgültig, ob es sich nach dem einzelstaatlichen Recht um eheliche oder außerehelich geborene oder adoptierte Kinder handelt;

Wanneer zij de voorschriften uit hoofde van deze richtlijn vaststellen en toepassen en wanneer zij de verschillende instrumenten waarover zij beschikken, gebruiken ten aanzien van een entiteit als bedoeld in de eerste alinea, houden de afwikkelingsautoriteiten en de bevoegde autoriteiten rekening met de aard van haar bedrijfsactiviteiten, haar aandeelhoudersstructuur, haar rechtsvorm, haar risicoprofiel, omvang en juridische status, haar verwevenheid met andere instellingen of met het financiële stelsel als geheel, de reikwijdte en de complexiteit van haar activiteiten, haar deelname aan een institutioneel protectiestelsel (IPS) dat aan de vereisten van artikel 113, lid 7, van [CRR] voldoet of andere coöperatieve, op wederzijdse solidariteit gebaseerde systemen als bedoeld in artikel 113, lid 6, van die richtlijn, en de vraag of zij beleggingsdiensten of -activiteiten als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 2, van Richtlijn 2004/39/EG verricht.
Bei der Festlegung und Anwendung der Anforderungen dieser Richtlinie und bei der Anwendung der einzelnen ihnen zur Verfügung stehenden Instrumente in Bezug auf ein Unternehmen gemäß Absatz 1 berücksichtigen die Abwicklungsbehörden und zuständigen Behörden die Art seiner Tätigkeit, seine Beteiligungsstruktur, seine Rechtsform, sein Risikoprofil und seinen Rechtsstatus sowie seine Verflechtung mit anderen Instituten oder dem Finanzsystem im Allgemeinen, den Umfang und die Komplexität seiner Tätigkeiten, seine Mitgliedschaft in einem IPS, das die Anforderungen von Artikel 137 Absatz 7 der [CRR] erfüllt, oder in anderen gemeinsamen Systemen der gegenseitigen Solidarität gemäß Artikel 113 Absatz 6 dieser Verordnung sowie die Frage, ob es Wertpapierdienstleistungen oder Anlagetätigkeiten gemäß Artikel 4 Absatz 1 Unterabsatz 2 der Richtlinie 2004/39/EG erbringt.

2. Een vraag is niet ontvankelijk wanneer zij betrekking heeft op een onderwerp dat reeds op de agenda staat voor behandeling met de betrokken instelling, of betrekking heeft op de uitoefening van de wetgevingstaak en begrotingstaak van de Raad zoals bedoeld in artikel 16, lid 1, eerste zin, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
2. Eine Anfrage ist nicht zulässig, wenn in der Tagesordnung bereits vorgesehen ist, dass das Thema unter Teilnahme des betreffenden Organs behandelt wird, oder wenn diese Anfrage die gesetzgeberischen oder haushaltspolitischen Zuständigkeiten des Rates gemäß Artikel 16 Absatz 1 Satz 1 des Vertrags über die Europäische Union berührt.

Het in de eerste alinea bedoelde verslag bevat eveneens de bevindingen van het Farmaceutisch Comité t.a.v. de vraag hoe de omvang en kwaliteit van de informatie waarover patiënten kunnen beschikken, kunnen worden verbeterd.
In dem Bericht gemäß Unterabsatz 1 werden auch die Feststellungen des Pharmazeutischen Ausschusses über Möglichkeiten zur Ausweitung des Inhalts und zur Hebung der Qualität der Patienteninformationen dargelegt.