Die wetten machtigen de Koning om de wetgeving inzake pensioenen te wijzigen : artikel 3 van de eerstgenoemde wet machtigt Hem tot het nemen van maatregelen om « het financieel evenwicht van de stelsels van sociale zekerheid te waarborgen », artikel 15 van de laatstgenoemde wet machtigt Hem om « wijzigingen aan te brengen aan de financieringstechnieken, inzonderheid aan de regelgeving inzake de solidariteitsinhouding ».
Diese Gesetze ermächtigen den König dazu, die Pensionsgesetzgebung zu ändern: Artikel 3 des erstgenannten Gesetzes ermächtigt Ihn zum Ergreifen von Massnahmen, um « das finanzielle Gleichgewicht der Systeme der sozialen Sicherheit zu gewährleisten »; Artikel 15 des letztgenannten Gesetzes ermächtigt Ihn dazu, « Änderungen an den Finanzierungstechniken vorzunehmen, insbesondere an der Regelung bezüglich der Solidaritätsabgabe ».
