3. beschouwt kwijtingverlening wat dat betreft als een instrument waarmee het Europees Parlement aan de hand van feitelijke en relevante argumenten effectief kan beoordelen of de EU-subsidies correct zijn besteed; verwijst in dit verband naar de bestaande regels, namelijk het Statuut van de ambtenaren en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschap, het Financieel Reglement van toepassing op de Europese Gemeenschappen, de verordening tot oprichting van het Agentschap en de specifieke beleidsmaatregelen en procedures van het EMA;
3. erachtet die Entlastung in diesem Zusammenhang als wertvolles Instrument des Europäischen Parlaments, um die ordnungsgemäße Verausgabung der EU-Zuschüsse auf der Grundlage von Fakten und inhaltlichen Argumenten zu bewerten; verweist in diesem Kontext auf die geltenden Vorschriften, z. B. das Statut für die Beamten und die Beschäftigungsbedingungen für die sonstigen Bediensteten der Europäischen Gemeinschaften, die Haushaltsordnung für die Europäischen Gemeinschaften, die Gründungsverordnung der entsprechenden Agentur und die von der EUA beschlossenen spezifischen Maßnahmen und Verfahren;