14. deelt de opvatting van de Commissie dat slechts van strafrechtelijke maatregelen gebruik mag worden gemaakt wanneer zulks noodzakelijk is om het desbetreffende Gemeenschapsbeleid te kunnen effectueren en voorzover een en ander verenigbaar is met de interne logica van het strafrecht; is van oordeel dat het de lidstaten zijn die in beginsel verantwoordelijk zijn voor de correcte toepassing van het Gemeenschapsrecht;
14. teilt die Meinung der Kommission, der zufolge jeglicher Rückgriff auf strafrechtliche Maßnahmen dadurch begründet sein muss, dass der betreffenden Gemeinschaftspolitik Wirksamkeit verliehen werden, und die innere Kohärenz des Strafrechts gewahrt werden muss; ist der Ansicht, dass nämlich grundsätzlich die Verantwortung für die ordentliche Anwendung des Gemeinschaftsrechts bei den Mitgliedstaaten liegt;