Vertaling van "eigen inspanningen ondersteunde " (Nederlands → Duits) :

De gedetailleerde beschrijving en de uitvoering van concrete mitigatiemaatregelen moeten in een register worden opgetekend en drie niveaus bestrijken: eigen inspanningen, ondersteunde inspanningen en inspanningen die zijn mogelijk gemaakt dankzij financiële steun via de internationale koolstofmarkt gegenereerde investeringen.
Die genaue Beschreibung und die Umsetzung der konkreten Reduzierungsmaßnahmen sollten in einem Ver­zeichnis aufgeführt werden, wobei unter den drei folgenden Kategorien zu unterscheiden ist: eigene Anstrengungen, Anstrengungen mit fremder Unterstützung und Anstrengungen mit Hilfe von auf dem inter­nationalen CO 2 -Markt generierten Finanzmitteln und Investitionen.

14. herinnert eraan dat het de bevoegdheid van de lidstaten is hun eigen energiemix te bepalen; erkent dat het Stappenplan Energie 2050 de nationale, regionale en lokale inspanningen om de energievoorziening te moderniseren aanvult; erkent bijgevolg dat de lidstaten moeten samenwerken op basis van gemeenschappelijke doelstellingen; benadrukt voorts dat in de totstandbrenging van een goed gecoördineerde, EU-brede, onderling verbonden en duurzame energietransformatie een bijzonder belangrijke rol is weggelegd voor de EU, die er onder meer voor moet zorgen dat het nationale beleid strookt met de doelstellingen en de wetgeving van de EU; vraagt de lidstaten en de Commissie opties te blijven nastreven die, als onderdeel van de mondiale inspanning, op technologisch diverse, duurzame, economisch efficiënte, concurrerende en veilige wijze aan de langetermijndoelstellingen van de EU inzake energie en klimaatverandering (zoals overeengekomen door de Raad) kunnen voldoen en die de markt daarbij zo weinig mogelijk verstoren, en op nationaal niveau inspanningen te blijven leveren om het potentieel voor kosteneffectieve energiebesparingen ten volle te benutten, onder andere ondersteund door de beschikbare financiële instrumenten van de EU; erkent tegelijk de voordelen van het ontwikkelen van een gecoördineerde en zo nodig gemeenschappelijke Europese benadering die de nodige ruimte moet laten voor de specifieke kenmerken van kleinschalige energiesystemen en de daaruit voortvloeiende behoefte aan flexibiliteit;
14. weist erneut darauf hin, dass jeder Mitgliedstaat für die Festlegung seines eigenen Energiemixes zuständig ist; nimmt zur Kenntnis, dass der Energiefahrplan 2050 nationale, regionale und lokale Bemühungen um die Modernisierung der Energieversorgung ergänzt; stellt daher fest, dass die Mitgliedstaaten auf der Grundlage gemeinsamer Ziele zusammenarbeiten müssen; betont darüber hinaus, dass der EU beim gut koordinierten, EU-weiten, aufeinander abgestimmten und nachhaltigen Umbau des Energiesystems eine wichtige Rolle zukommt, indem sie beispielsweise dafür sorgt, dass die nationalen Strategien mit den Zielen und Vorschriften der EU vereinbar sind; fordert die Mitgliedstaaten und die Kommission auf, auch künftig nach Lösungen zu suchen, wie die vom Rat vereinbarten langfristigen Energie- und Klimaschutzziele der EU im Rahmen der weltweiten Bemühungen technologisch vielfältig, nachhaltig, wirtschaftlich, wettbewerbsgeprägt, sicher und unter geringstmöglicher Marktverzerrung verwirklicht werden können, und ihre Bemühungen, das Potenzial für kostenwirksame Energieeinsparungen – unter anderem mit Unterstützung der verfügbaren EU-Finanzinstrumente – in vollem Maße auszuschöpfen, auf nationaler Ebene fortzusetzen; weist zugleich darauf hin, welche Vorteile die Entwicklung eines koordinierten und nach Möglichkeit gemeinsamen EU-Konzeptes birgt, bei dem den Besonderheiten kleiner Energieerzeugungsanlagen und dem entsprechenden Flexibilitätsbedarf Rechnung zu tragen ist;

13. herinnert eraan dat het de bevoegdheid van de lidstaten is hun eigen energiemix te bepalen; erkent dat het Stappenplan Energie 2050 de nationale, regionale en lokale inspanningen om de energievoorziening te moderniseren aanvult; erkent bijgevolg dat de lidstaten moeten samenwerken op basis van gemeenschappelijke doelstellingen; benadrukt voorts dat in de totstandbrenging van een goed gecoördineerde, EU-brede, onderling verbonden en duurzame energietransformatie een bijzonder belangrijke rol is weggelegd voor de EU, die er onder meer voor moet zorgen dat het nationale beleid strookt met de doelstellingen en de wetgeving van de EU; vraagt de lidstaten en de Commissie opties te blijven nastreven die, als onderdeel van de mondiale inspanning, op technologisch diverse, duurzame, economisch efficiënte, concurrerende en veilige wijze aan de langetermijndoelstellingen van de EU inzake energie en klimaatverandering (zoals overeengekomen door de Raad) kunnen voldoen en die de markt daarbij zo weinig mogelijk verstoren, en op nationaal niveau inspanningen te blijven leveren om het potentieel voor kosteneffectieve energiebesparingen ten volle te benutten, onder andere ondersteund door de beschikbare financiële instrumenten van de EU; erkent tegelijk de voordelen van het ontwikkelen van een gecoördineerde en zo nodig gemeenschappelijke Europese benadering die de nodige ruimte moet laten voor de specifieke kenmerken van kleinschalige energiesystemen en de daaruit voortvloeiende behoefte aan flexibiliteit;
13. weist erneut darauf hin, dass jeder Mitgliedstaat für die Festlegung seines eigenen Energiemixes zuständig ist; nimmt zur Kenntnis, dass der Energiefahrplan 2050 nationale, regionale und lokale Bemühungen um die Modernisierung der Energieversorgung ergänzt; stellt daher fest, dass die Mitgliedstaaten auf der Grundlage gemeinsamer Ziele zusammenarbeiten müssen; betont darüber hinaus, dass der EU beim gut koordinierten, EU-weiten, aufeinander abgestimmten und nachhaltigen Umbau des Energiesystems eine wichtige Rolle zukommt, indem sie beispielsweise dafür sorgt, dass die nationalen Strategien mit den Zielen und Vorschriften der EU vereinbar sind; fordert die Mitgliedstaaten und die Kommission auf, auch künftig nach Lösungen zu suchen, wie die vom Rat vereinbarten langfristigen Energie- und Klimaschutzziele der EU im Rahmen der weltweiten Bemühungen technologisch vielfältig, nachhaltig, wirtschaftlich, wettbewerbsgeprägt, sicher und unter geringstmöglicher Marktverzerrung verwirklicht werden können, und ihre Bemühungen, das Potenzial für kostenwirksame Energieeinsparungen – unter anderem mit Unterstützung der verfügbaren EU-Finanzinstrumente – in vollem Maße auszuschöpfen, auf nationaler Ebene fortzusetzen; weist zugleich darauf hin, welche Vorteile die Entwicklung eines koordinierten und nach Möglichkeit gemeinsamen EU-Konzeptes birgt, bei dem den Besonderheiten kleiner Energieerzeugungsanlagen und dem entsprechenden Flexibilitätsbedarf Rechnung zu tragen ist;

7. onderstreept dat overeenkomstig het concept van de democratische eigen verantwoordelijkheid de parlementen, plaatselijke en regionale autoriteiten, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden moeten worden ondersteund in hun inspanningen om hun eigen rol te vervullen bij het afbakenen van ontwikkelingsstrategieën, het ter verantwoording roepen van regeringen en het controleren en evalueren van de in het verleden behaalde en huidige ontwikkelingsresultaten; onderstreept voorts het feit dat de territoriale benadering van de ontwikkeling meer eigen verantwoordelijkheid van de begunstigden mogelijk maakt;
7. betont, dass – im Einklang mit dem Konzept der demokratischen Eigenverantwortung – Parlamente, lokale und regionale Behörden, die Zivilgesellschaft und andere Akteure in ihren Bemühungen unterstützt werden sollten, die ihnen zustehende Rolle bei der Festlegung der Entwicklungsstrategien zu spielen und Regierungen zur Verantwortung zu ziehen sowie das in der Vergangenheit Erreichte und die Ergebnisse der Entwicklungspolitik zu überwachen und zu bewerten; besteht ferner darauf, dass der territoriale Entwicklungsansatz eine bessere Eigenverantwortung der Empfänger ermöglicht;

14. vertrouwt erop dat de door de Commissie opgestelde draaiboeken elk land de mogelijkheid zullen bieden het tempo van het eigen toetredingsproces te bepalen en verwelkomt het streven van Bulgarije en Roemenië om in 2007 toe te treden tot de Unie, na de conclusies van de Europese Raad van Brussel en met als voorwaarde dat ze voldoen aan de criteria van Kopenhagen; benadrukt dat beide landen nog meer inspanningen moeten leveren, waarin ze ondersteund zullen worden door de EU, en dat zij beoordeeld zullen worden op hun eigen verdiensten;
14. ist zuversichtlich, dass die von der Kommission vorgelegten Fahrpläne jedem der beiden Länder die Möglichkeit bieten werden, das Tempo seines Betrittsprozesses selbst zu bestimmen, und begrüßt das Bestreben von Bulgarien und Rumänien, im Jahre 2007 entsprechend den Schlussfolgerungen des Europäischen Rates von Brüssel und abhängig von der Erfüllung der Kopenhagener Kriterien der Union beizutreten; betont, dass beide Länder weitere Anstrengungen unternehmen müssen, bei denen sie von der Europäischen Union unterstützt werden, und dass sie an ihren eigenen Leistungen gemessen werden;