13. acht het belangrijk dat er ruimte wordt geschapen voor interactie tussen het maatschappelijk middenveld en de UNHCR; dringt er bij de EU en de UNHRC op aan te waarborgen dat vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld een zo ruim mogelijke bijdrage kunnen leveren aan de 28e zitting van de UNHRC, alsook aan het proces van de universele periodieke toetsing en andere VN-mensenrechtenmechanismen, zonder dat de betrokken organisaties bij hun terugkeer naar eigen land hoeven te vrezen voor represailles;
13. ist der Ansicht, dass für Raum für einen Austausch zwischen der Zivilgesellschaft und dem UNHRC gesorgt werden muss; fordert die EU und den UNHRC mit Nachdruck auf, dafür zu sorgen, dass die Vertreter der Zivilgesellschaft so umfassend wie möglich zur 28. Tagung des UNHRC sowie zum Prozess der allgemeinen regelmäßigen Überprüfung und anderen Menschenrechtsmechanismen der Vereinten Nationen beitragen können, ohne bei der Rückkehr in ihr jeweiliges Heimatland Repressalien fürchten zu müssen;