In zijn arrest van 15 november 2005[28] sloot het Hof zich aan bij het standpunt van de Commissie en erkende het uitdrukkelijk dat de verplichting van de lidstaten om een recht van de Gemeenschappen op de traditionele eigen middelen vast te stellen (en om het bedrag daarvan vervolgens ter beschikking van de begroting van de Unie te stellen), ontstaat zodra de voorwaarden van de douanewetgeving vervuld zijn.
In seinem Urteil vom 15. November 2005[28] bestätigte der Gerichtshof die Position der Kommission und erkannte ausdrücklich an, dass die Pflicht der Mitgliedstaaten, einen TEM-Anspruch der Gemeinschaften festzustellen (und den Betrag dann dem Haushalt der Union zuzuführen), entsteht, sobald die durch das Zollrecht vorgesehenen Voraussetzungen erfüllt sind.