« Schendt artikel 2bis van de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 23 juli 1992 betreffende de onroerende voorheffing, zoals dat artikel is ingevoerd, met uitwerking vanaf 1 januari 1995, bij artikel 3 van de ordonnantie van 13 april 1995, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor zover het
ertoe leidt dat de eigenaars van ongezonde panden die hun goed verwaarlozen, enerzijds, en de eigenaars van goed onderhouden panden die geen hu
urder hebben kunnen vinden om redenen die onafhankelijk zijn van hun wil, anderzijds, i
...[+++]dentiek worden behandeld in die zin dat beiden van het voordeel van kwijtschelding of proportionele vermindering van de onroerende voorheffing zijn uitgesloten ?« Verstösst Artikel 2bis der Ordonnanz des Rates der Region Brüssel-Hauptstadt vom 23. Juli 1992 bezüglich des Immobilienvorabzugs, so wie er mit Wirkung vom 1. Januar 1995 durch Artikel 3 der Ordonnanz vom 13. April 1995 eingeführt wurde, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, soweit er dazu führt, dass die Eigentümer von für die Gesundheit unzuträglichen
Wohnungen, die ihr Eigentum vernachlässigen, einerseits und die Eigentümer von gut erhaltenen Wohnungen, die
keine Mieter haben finden können aus Gründen, die unabhängig von ih
...[+++]rem Willen sind, andererseits auf gleiche Weise behandelt werden, in dem Sinne, dass beide vom Vorteil des Erlasses oder der anteiligen Ermässigung des Immobilienvorabzugs ausgeschlossen sind?