In de veronderstelling dat de verzoekende partijen, anders dan andere aandeelhouders van naamloze vennootschappen, worden geraakt in hun vermogensrechten als aandeelhouders van de NBB en, zodoende, in hun recht op o
ngestoord genot van eigendom zoals gewaarborgd bij artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dient te worden opgemerkt dat de wetgever te dezen een oogmerk van algemeen belang nastreeft dat erin bestaat de « seigneuriage »-inkomsten van de
Belgische Staat in verhouding tot het emissiepriv ...[+++]ilege van de NBB binnen het ESCB te waarborgen en dat - zoals reeds vastgesteld naar aanleiding van het onderzoek van het eerste onderdeel van het eerste middel - de genomen maatregelen niet op onevenredige wijze afbreuk doen aan de rechten van de aandeelhouders van de NBB, en met name niet aan hun eigendomsrecht.In der Annahme, dass die klagenden Parteien im Unterschied zu anderen Aktionären von Aktiengesellschaften in ihren Vermögensrechten als Aktionäre der BNB und somit in ihrem Re
cht auf Achtung des Eigentums, so wie es durch Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistet wird, beeinträchtigt würden, ist anzumerken, dass der Gesetzgeber in diesem Fall ein gemeinnütziges Ziel anstrebt, das darin besteht, die Einnahmen aus der « Seigniorage » des belgischen Staates im Verhältnis zum Emissionsvorrecht der BNB innerhalb des ESZB zu gewährleisten, und dass - wie bereits bei der Prüfung des ersten Tei
...[+++]ls des ersten Klagegrunds festgestellt wurde - die ergriffenen Massnahmen nicht auf unverhältnismässige Weise die Rechte der Aktionäre der BNB beeinträchtigen, insbesondere nicht ihr Eigentumsrecht.